AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nr. 601 HOF VAN CASSATIE 2499<br />
Het bestreden vonnis wijst erop dat uit een negatief stedenbouwkundig attest<br />
nr. 2 dat werd uitgereikt door het college van burgemeester en schepenen van de<br />
stad (...) er volgt dat "het project (van de verweerder om op zijn goed een residentiële<br />
woning te bouwen) toegelaten was in de woonzone, op voorwaarde<br />
echter dat er tot aan de (...) een voldoende ruime en uitgeruste toegang werd<br />
aangelegd".<br />
Het bestreden vonnis vermeldt "dat er niet alleen rekening mag worden<br />
gehouden met (de) oorspronkelijke bestemming van het erf, maar ook met de<br />
toekomstige bestemming, de 'natuurlijke geschiktheid' ervan, d.w.z. (...) elk<br />
gebruik ervan dat economisch gezien mogelijk is", dat "de eerste rechter terecht<br />
heeft geoordeeld dat het erf wel degelijk gedeeltelijk ingesloten is in zoverre het<br />
slechts een onvoldoende toegang tot de openbare weg heeft indien er een woning<br />
op zou worden gebouwd, rekening houdend met de huidige woonomstandigheden<br />
en de veiligheidsvereisten" en dat "de water-, gas- en elektriciteitsleidingen<br />
waarop een modern ingesloten gebouw normaal moet worden aangesloten,<br />
als accessorium kunnen worden aangelegd op of onder de grond waarop<br />
het recht van uitweg betrekking heeft".<br />
Het bestreden vonnis, dat op grond van die vermeldingen oordeelt dat "<br />
(verweerders) perceel thans, voor het normale gebruik ervan, nergens voldoende<br />
toegang naar de openbare weg had", verantwoordt naar recht zijn beslissing om<br />
aan de verweerder het door hem gevorderde recht van uitweg toe te kennen.<br />
De middelen kunnen niet worden aangenomen.<br />
Dictum<br />
Het Hof,<br />
Verwerpt het cassatieberoep;<br />
Veroordeelt de eisers in de kosten.<br />
14 oktober 20<strong>10</strong> – 1° kamer – Voorzitter: de h. Storck, voorzitter – Verslaggever:<br />
mevr. Velu – Gelijkluidende conclusie van de h. Werquin, advocaat-generaal – Advocaten:<br />
mrs. Van Ommeslaghe en Geinger.<br />
Nr. 602<br />
1° KAMER - 14 oktober 20<strong>10</strong><br />
MAATSCHAPPELIJK WELZIJN (OPENBARE CENTRA VOOR) - ADMINISTRATIEF EN<br />
GELDELIJK STATUUT VAN DEFINITIEF BENOEMDE PERSONEELSLEDEN VAN OPENBAAR CENTRUM VOOR<br />
MAATSCHAPPELIJK WELZIJN - TOEWIJZING AAN HET BURGERLIJK ZIEKENHUIS VAN DE GEMEENTE -<br />
TERBESCHIKKINGSTELLING VAN HET GEWESTELIJK ZIEKENHUISCENTRUM VAN DE GEMEENTE -<br />
ADMINISTRATIEF EN GELDELIJK STATUUT VERSCHILLEND VAN DAT VAN HET GEMEENTEPERSONEEL -<br />
BEVOEGDHEID<br />
Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn is bevoegd om zijn ziekenhuispersoneel<br />
een administratief en geldelijk statuut op te leggen dat verschilt van dat van het<br />
personeel van de gemeente waar het centrum zijn zetel heeft, ongeacht of het ziekenhuis<br />
waar dat personeel werkt al dan niet van het openbaar centrum voor maatschappelijk<br />
welzijn afhangt. (Art. 42, zevende en achtste lid, OCMW-wet)