De meerwaarde van HKZ-certificering voor GGZ-instellingen
De meerwaarde van HKZ-certificering voor GGZ-instellingen
De meerwaarde van HKZ-certificering voor GGZ-instellingen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Rubrieken primaire processen<br />
<strong>De</strong> rubrieken over de primaire processen hangen opvallend weinig samen met prestaties.<br />
Daarbij zijn alleen in 2006, 2007 en 2008 significante relaties gevonden (zie tabel 7.4 en<br />
bijlage 7.1). <strong>De</strong>ze zijn in 2006 positief: een hogere <strong>HKZ</strong>-status hangt samen met meer<br />
ervaren keuzevrijheid en meer cliënten die binnen de Treeknormen worden geholpen. In<br />
2007 is de <strong>HKZ</strong>-status echter gerelateerd aan een toename <strong>van</strong> het percentage ambulante<br />
suïcides. In 2008 daalt de mate waarin cliënten ervaren dat aan hun zorgwensen wordt<br />
voldaan naar de mate waarin de <strong>HKZ</strong>-status hoger is.<br />
Indicator Jaar Correlatie (Rs) Significantie<br />
Wachttijd gemiddeld binnen de norm 2006 0,44 p=0,01<br />
Keuzevrijheid 2006 0,30 p=0,03<br />
Ambulante suïcides 2007 0,26 p=0,03<br />
Vervulling zorgwensen 2008 -0,24 p=0,05<br />
Tabel 7.4 Significante correlaties procentuele <strong>HKZ</strong>-status rubrieken primaire<br />
processen en prestatie-indicator naar jaar<br />
Wanneer nader wordt geanalyseerd welke primaire procesrubrieken significant correleren<br />
met deze prestatie-indicator valt op dat het percentage suïcide alleen samenhangt met de<br />
rubriek intake en indicatie. Het is echter denkbaar dat de toename in suïcides een gevolg<br />
is <strong>van</strong> een betere registratie. <strong>De</strong> samenhang is dan niet zozeer dat <strong>HKZ</strong> gerelateerd is aan<br />
meer suïcides, maar aan het meer registreren <strong>van</strong> suïcides.<br />
Opvallend is dat geen significante samenhangen worden gevonden <strong>voor</strong> indicatoren over<br />
de problemen en het dagelijks functioneren <strong>van</strong> cliënten en hun oordeel daarover (zie<br />
bijlage 7.1). Bij een subanalyse naar rubrieken zijn wel significante relaties gevonden. In<br />
2006 neemt de mate waarin positief wordt geoordeeld over de bejegening toe naar de<br />
mate waarin meer aan de normen is voldaan op de rubriek evaluatie en nazorg. <strong>De</strong> meeste<br />
significante relaties worden echter <strong>voor</strong> het jaar 2008 gevonden. <strong>De</strong> mate waarin op de<br />
rubriek intake en indicatie aan de normen wordt voldaan hangt in 2008 samen met een<br />
toename <strong>van</strong> het percentage heropnames en een daling <strong>van</strong> het percentage verbetering in<br />
het dagelijks functioneren. Daarentegen is (logischerwijs) een toename <strong>van</strong> de stabilisatie<br />
<strong>van</strong> het dagelijks functioneren waar te nemen. Het percentage gescreende cliënten <strong>voor</strong><br />
aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de behandeling neemt daarbij toe naar de mate waarin meer aan de normen<br />
wordt voldaan <strong>van</strong> de rubrieken zorgverlening en uitvoering en evaluatie en nazorg.<br />
146