Download PDF: Beeldschermkinderen - Kijkwijzer
Download PDF: Beeldschermkinderen - Kijkwijzer
Download PDF: Beeldschermkinderen - Kijkwijzer
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
40 <strong>Beeldschermkinderen</strong><br />
Het is dan ook niet verwonderlijk dat jonge kinderen meer tijd nodig<br />
hebben om mediaproducten te interpreteren en begrijpen en dat ze het<br />
liefst kijken naar programma’s met een langzaam tempo en veel herhaling.<br />
25 Een goed voorbeeld van zo’n programma is de Teletubbies. Hoewel<br />
dit programma soms ergernis bij volwassenen oproept, is het bij uitstek<br />
geschikt voor peuters. Programma’s met veel herhaling bieden kinderen<br />
de gelegenheid om een soort ‘psychologische macht’ over de verhalen<br />
te ontwikkelen. Net zoals volwassenen ingewikkeld materiaal onder de<br />
knie krijgen door het een paar keer te lezen, zo vinden peuters steun in<br />
het steeds opnieuw kijken naar dezelfde scènes.<br />
De gematigde discrepantiehypothese verklaart ook waarom kinderen<br />
van twee tot vijf bij voorkeur kijken naar programma’s met vertrouwde<br />
contexten, waarin dingen gebeuren die ze kennen en die dicht bij huis<br />
gebeuren. Ze houden ervan te kijken naar andere peuters en kleuters en<br />
naar simpele, vriendelijke fantasiefiguren. Ze hebben ook een speciale<br />
interesse in objecten en dieren die ze kennen en verbaal kunnen labelen,<br />
zoals een hond, kat of beer. Het is daarom niet verwonderlijk dat veel<br />
prentenboeken en televisieprogramma’s voor peuters en kleuters gaan<br />
over gebeurtenissen rondom het huis. Kinderen van twee tot vijf luisteren<br />
nog steeds graag naar liedjes of rijmpjes en hun humor beperkt zich<br />
tot plotselinge verrassingen, clowneske gebaren en slapstick. 26<br />
De wazige grens tussen fantasie en realiteit<br />
In de fase van twee tot vijf jaar maakt de fantasie van kinderen een<br />
stormachtige ontwikkeling door. De eerste uitingen van de fantasie beginnen<br />
vaak bij anderhalf jaar. Dan kunnen kinderen bijvoorbeeld doen<br />
alsof een banaan de hoorn van de telefoon is. Als ze drie of vier jaar zijn,<br />
wordt hun spel steeds complexer en socialer. Ze nemen dan andere rollen<br />
aan en kunnen complexe scenario’s bedenken en uitwerken. Ze spelen<br />
vader en moeder, dokter of brandweerman, en varen naar onbewoonde<br />
eilanden en verre planeten. 27<br />
Vroege theorieën over de cognitieve ontwikkeling van kinderen gaan<br />
ervan uit dat kinderen tot een jaar of zes nog niet in staat zijn om het verschil<br />
tussen fantasie en realiteit te onderscheiden. Piaget (1929) bijvoorbeeld<br />
dacht dat kinderen tot zes jaar nog überhaupt niet weten dat mensen<br />
een mentaal leven hebben. Recenter onderzoek wijst echter uit dat<br />
zelfs kinderen van drie jaar al redelijk goed onderscheid kunnen maken