Download PDF: Beeldschermkinderen - Kijkwijzer
Download PDF: Beeldschermkinderen - Kijkwijzer
Download PDF: Beeldschermkinderen - Kijkwijzer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
44 <strong>Beeldschermkinderen</strong><br />
ten. De derde pop was een stuk goedkoper, had een grof gezicht en geen<br />
mechanische extra’s. Maar deze pop had een groot, rood hart van glimmende<br />
lovertjes op haar jurk genaaid. Tot verbazing van de onderzoekers<br />
kozen bijna alle meisjes de goedkope pop met het rode hart op haar buik.<br />
Dit gedrag is typerend voor peuters en kleuters. Ze richten zich bij de beoordeling<br />
van een product op een opvallend kenmerk, en hebben daardoor<br />
nog weinig oog voor meerdere details tegelijk, en dus ook niet voor<br />
kwaliteit. Dit geldt met name wanneer kinderen voor het eerst met een<br />
product of stimulus geconfronteerd worden. Bij herhaalde blootstelling<br />
krijgen kinderen een beter oog voor verschillende details.<br />
Perceptuele gebondenheid en centratie hebben belangrijke gevolgen<br />
voor de voorkeuren van kinderen voor media-inhouden. Kinderen tot<br />
vijf jaar zijn in het algemeen sterk visueel georiënteerd in hun voorkeuren.<br />
Dit geldt voor informatie in het algemeen, maar zeker ook voor mediakarakters.<br />
De beschrijving van kinderen van mediafiguren beperkt<br />
zich meestal tot simpele, fysieke kenmerken, zonder dat deze geïntegreerd<br />
worden tot een geheel. Jonge kinderen hebben ook nog weinig oog<br />
voor wat karakters precies doen of zeggen. Ze kijken het liefst naar ongecompliceerde,<br />
kleurrijke en niet bedreigende karakters.<br />
2.4 Van vijf tot acht jaar: avontuur en exotische<br />
contexten<br />
Veel van de kenmerken van peuters en kleuters gelden ook nog voor vijf-<br />
tot achtjarigen. Kinderen in deze fase zijn bijvoorbeeld nog steeds perceptueel<br />
gebonden, en centreren hun aandacht op opvallende kenmerken,<br />
hoewel dit wel minder wordt. Het vermogen om fantasie en realiteit<br />
in de media te onderscheiden bevindt zich in een soort overgangsfase.<br />
Kinderen hebben nu door dat Pino van Sesamstraat een aangekleed persoon<br />
is en ze krijgen ook steeds beter door dat onrealistische stunts en<br />
special effects op televisie in het echt niet kunnen. Maar ze geloven nog<br />
wel dat alles wat er realistisch uitziet op tv in het echt bestaat. Ze denken<br />
bijvoorbeeld dat acteurs op televisie in hun werkelijke leven hetzelfde<br />
beroep uitoefenen en dat de Huxtables in de Cosby Show een gezin vormen<br />
dat echt bestaat. Dit laatste idee komt trouwens ook bij kinderen van<br />
negen à tien nog voor. 37<br />
Toch is er een aantal veranderingen bij kinderen in deze fase die recht-