02.05.2013 Views

Digitale versie - Afbeeldinge ende Levens beschryvinge van de ...

Digitale versie - Afbeeldinge ende Levens beschryvinge van de ...

Digitale versie - Afbeeldinge ende Levens beschryvinge van de ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Koning <strong>van</strong> Lotharingen (911-923). Hij werd op<br />

9 juni 922 afgezet als Koning <strong>van</strong> Frankrijk<br />

door <strong>de</strong> Franse Groten t.b.v. Robert I (922-923)<br />

die in 923 werd opgevolgd door zijn<br />

schoonzoon Rudolf <strong>van</strong> Bourgondië (923-936).<br />

Karel III werd tot aan zijn dood in 939<br />

ge<strong>van</strong>gen gehou<strong>de</strong>n door Herbert v. Vermandois<br />

zwager <strong>van</strong> Rudolf. *1<br />

Mogelijk stam<strong>de</strong> <strong>de</strong> toezegging al uit 863 en<br />

bevestig<strong>de</strong> Karel III <strong>de</strong>ze toezegging in 922, al<br />

was het maar om Graaf Dirk aan zich te bin<strong>de</strong>n.<br />

Maar dan moet het een toezegging zijn geweest<br />

in een opvall<strong>en<strong>de</strong></strong> reeks.<br />

Bij <strong>de</strong> Hollandse Gravenoorkon<strong>de</strong>n zien we ook<br />

regelmatig dat een Graaf een persoon of een<br />

instelling bevestigt in eer<strong>de</strong>r door zijn<br />

voorou<strong>de</strong>rs verle<strong>en<strong>de</strong></strong> rechten etc.<br />

We kunnen ons dus afvragen welke re<strong>de</strong>n<br />

Koning Karel III in 922 had om Dirk, <strong>de</strong> broer<br />

<strong>van</strong> Vorst Waltger III, te belenen met Egmond<br />

etc. en of hij daar gezien zijn ge<strong>van</strong>genschap<br />

wel toe in staat was. *2<br />

Wanneer we er<strong>van</strong> uitgaan dat <strong>de</strong> oorkon<strong>de</strong><br />

slechts een bevestiging was <strong>van</strong> eer<strong>de</strong>r<br />

verle<strong>en<strong>de</strong></strong> rechten, moeten we toch weer terug<br />

naar het oorspronkelijke jaar ± 863. Een<br />

mogelijke kandidaat voor <strong>de</strong> schenking was<br />

Dirk II, Graaf <strong>van</strong> Rijnland. Hij krijgt in 869<br />

ook het woud Wasda met wei<strong>de</strong>n en<br />

bebouwbare gron<strong>de</strong>n gelegen binnen zijn<br />

Graafschap <strong>van</strong> Lo<strong>de</strong>wijk <strong>de</strong> Duitser (sinds<br />

843 Koning <strong>van</strong> het Oost Frankische Rijk).<br />

Dat is op zich opmerkelijk omdat Lo<strong>de</strong>wijk<br />

geen zeggenschap had in Rijnland. Zijn<br />

halfbroer Karel <strong>de</strong> Kale was sinds 843 Koning<br />

<strong>van</strong> het West Frankische Rijk, waartoe ook het<br />

Graafschap Rijnland behoor<strong>de</strong>.<br />

Of waren <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren een oud Fries<br />

Koningsgoed dat vóór 869 min of meer<br />

gemeenschappelijk bezit was <strong>van</strong> <strong>de</strong> zonen <strong>van</strong><br />

Lo<strong>de</strong>wijk <strong>de</strong> Vrome † 840. Lo<strong>de</strong>wijk <strong>de</strong> Duitser<br />

die zich ophield in Oost Francië <strong>de</strong>ed afstand<br />

<strong>van</strong> zijn ou<strong>de</strong> rechten, waarbij opvalt dat Dirk<br />

dit goed in erfelijk bezit kreeg.<br />

De Frankische Koningen kon<strong>de</strong>n na 754 vrij<br />

beschikken over alle Koningsgoe<strong>de</strong>ren en<br />

leengoe<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevluchte Friese Koning.<br />

On<strong>de</strong>r Koningsgoe<strong>de</strong>ren verstaan we die<br />

goe<strong>de</strong>ren die <strong>de</strong> Koning (ook <strong>de</strong> Friese)<br />

toekwamen uit hoof<strong>de</strong> <strong>van</strong> zijn functie.<br />

Een oud gebruik dat we ook in veel later tijd te<br />

Vronen nog tegenkomen is dat <strong>de</strong> Stam bij <strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> hun stamgebied een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> dit<br />

gebied ter beschikking stel<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> gehele<br />

gemeenschap (<strong>de</strong> Meent). Een <strong>de</strong>el was voor <strong>de</strong><br />

stamoudste en een <strong>de</strong>el voor <strong>de</strong> geestelijke, die<br />

daarmee in zijn levenson<strong>de</strong>rhoud kon voorzien.<br />

De stamoudste ver<strong>de</strong>el<strong>de</strong> vaak bij leven zijn<br />

goe<strong>de</strong>ren.<br />

In principe kon <strong>de</strong> Frankische Koning niet<br />

beschikken over vrije z.g. allodiale goe<strong>de</strong>ren.<br />

Maar om met name <strong>de</strong> e<strong>de</strong>len en grootgrondbezitters<br />

aan zich te bin<strong>de</strong>n, dwong hij hen<br />

om hun allodiale goe<strong>de</strong>ren aan hem af te<br />

staan, waarna zij het weer, maar nu in leen,<br />

terugkregen. Hierdoor waren zij verplicht bij<br />

aanvaarding leenhul<strong>de</strong> te betuigen (ne<strong>de</strong>rig<br />

voor <strong>de</strong> Koning te buigen en een vaak<br />

symbolisch geschenk te geven) maar ook om<br />

jaarlijks een opgeleg<strong>de</strong> schatting te betalen.<br />

Deze schatting was bedoeld om het Hof <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Koning en diens leger t.b.v. het landsbelang in<br />

stand te hou<strong>de</strong>n. Ook waren leenmannen<br />

verplicht <strong>de</strong> Koning op zijn verzoek een groep<br />

gewap<strong>en<strong>de</strong></strong> mannen ter beschikking te stellen.<br />

Ondui<strong>de</strong>lijk is wat er in die tijd gebeur<strong>de</strong> met<br />

goe<strong>de</strong>ren die geschonken waren aan Friese<br />

tempels. Dit geldt ook voor schenkingen aan<br />

het geringe aantal christelijke kerken.<br />

Voor zover ik weet is later nergens sprake <strong>van</strong><br />

leenroerigheid <strong>van</strong> kerken etc. aan <strong>de</strong><br />

Frankische Koningen.<br />

De Kerk te Egmond (naar mijn mening <strong>de</strong><br />

Adalbertkapel, aangezien an<strong>de</strong>re kerken er nog<br />

niet waren), was zoals we archeologisch hebben<br />

kunnen vaststellen, gebouwd binnen <strong>de</strong> muren<br />

<strong>van</strong> wat men wel noemt een Karolingisch Fort.<br />

Adalbert overleed rond 741 en werd aldaar<br />

begraven. Dit is in <strong>de</strong> tijd dat <strong>de</strong> Karolingen<br />

weliswaar <strong>de</strong> opperheren waren, maar dat <strong>de</strong><br />

Friese Koningen en <strong>de</strong> door hen aangestel<strong>de</strong>n<br />

het in Egmond voor het zeggen had<strong>de</strong>n. We<br />

kunnen dan ook beter spreken over een Fries<br />

Fort uit <strong>de</strong> Karolingische tijd.<br />

Friese Forten wer<strong>de</strong>n uiteraard in 754 direct<br />

door <strong>de</strong> Frankische Koning geconfisqueerd.<br />

Mogelijk beschouw<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> Kapel met zijn<br />

uit schenkingen verkregen bezittingen als een<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> dit Fort waardoor hij erover kon<br />

beschikken.<br />

In <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> oorkon<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n afzon<strong>de</strong>rlijk<br />

genoemd Kennemerland <strong>van</strong> Zuytgardishage<br />

tot Fortrapagus en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re aangrenz<strong>en<strong>de</strong></strong><br />

gebie<strong>de</strong>n. Hier hebben we dui<strong>de</strong>lijk te maken<br />

met een afgepaald gebied en naar ik aanneem<br />

was dit gebied aanmerkelijk groter dan <strong>de</strong><br />

hiervoor genoem<strong>de</strong> bezittingen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Adalbertkapel.<br />

Hfdst. 10 - Bl. 11<br />

69<br />

*1: Zie Winkler<br />

Prins.<br />

*2: Ge<strong>van</strong>genschap<br />

<strong>van</strong> hooggeplaatste<br />

personen in die tijd<br />

moeten we ons niet<br />

voorstellen als<br />

opsluiting in een<br />

kerker.<br />

Veelal behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

men <strong>de</strong>ze personen<br />

met veel égards en<br />

behiel<strong>de</strong>n zij<br />

zeggenschap over<br />

goe<strong>de</strong>ren en<br />

bedi<strong>en<strong>de</strong></strong>n. Zij had<strong>de</strong>n<br />

slechts, zoals<br />

wij dit nu noemen,<br />

beperkte bewegingsvrijheid.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!