15.01.2014 Views

DE DRAAIENDE PUT

DE DRAAIENDE PUT

DE DRAAIENDE PUT

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>DE</strong> DRAAIEN<strong>DE</strong> <strong>PUT</strong> 139<br />

Kouyate is evenals een jamu als Keita of Traore overbekend en steeds beladen met<br />

hetzelfde stereotype. 34<br />

Het eerste statusverschil dat men in Mande maakt is dat tussen de<br />

statuscategorieën horon en nyamakala. Binnen die categorieën zijn er<br />

onderverdelingen, wederom op basis van statusverschil binnen een hiërarchische<br />

relatie. Op regionaal niveau ervaart men de status op grond van de jamu als duidelijk<br />

en vastomlijnd, en dus weet iedereen op grond van die kennis welke relatie hij heeft<br />

met een ander. Vaak wordt deze inhoud gegeven aan de hand van een gebeurtenis in<br />

het verleden. In de Haut-Niger is een Traore altijd een tontigi, een /zo/wz-krijger, en<br />

een Diabate altijd een jeli. Bij sommige jamuw onderscheidt men daarentegen een<br />

verschil in status. Zo is de ene Keita mansaren (vorst), terwijl de ander horon met<br />

weinig aanzien is. Ook voor de Kamara onderscheidt men in de Haut-Niger twee<br />

stereotypen. Er zijn Kamara die finaw (zangers van islamitische gebeden) zijn, maar<br />

de meeste Kamara zijnhoronw. De jamu Kamara kent dus verschillende stereotypen:<br />

eenfina heeft een nyamakala-statns, maar bijvoorbeeld de dorpschef van Siby is een<br />

horon met veel aanzien.<br />

Ook bij andere sociale onderscheiden bestaat er een ideaalbeeld over de status<br />

van een groep en hierin zijn ook verschillen mogelijk. Een voorbeeld is het begrip<br />

si. De Somono-vissers, die in kleine nederzettingen langs de Niger leven, worden in<br />

Kangaba en Kela beschouwd als een andere etnische groep ('une autre race', si<br />

wèrè). Zij zijn echter zozeer geïntegreerd in de Mande-samenleving dat hun mokè<br />

een belangrijke rol speelt in de Kela-versie van het Sunjata-epos. In Jelibakoro, waar<br />

ik een weekend ben geweest, hield iedereen bij hoog en laag vol dat de Somono<br />

Malinke-vissers waren en dus geen si wèrè.<br />

Iedereen heeft duidelijke opvattingen over de in de regio aan wezige jamu w. De eigen<br />

jamu representeert echter altijd iets moois in de ogen van de houder ervan. De<br />

praktijk van het samenleven heeft de verhalen over de mokèw doen uitkristalliseren<br />

in relatie tot elkaar. Dat bleek in de vorige paragraaf over prestigieuze groepen in de<br />

Haut-Niger. In het proces van uitkristallisatie is één regel constant: Sunjata is het<br />

ultieme referentiekader omdat koninklijke status (mansaya) aan hem wordt ontleend,<br />

al hoeft hij daarom niet per definitie de held van het verhaal te zijn. 35<br />

De heer K. meende dat ik mijzelf in een inferieure positie plaatste op grond van<br />

het feit dat ik nyamakala was, maar voor nyamakalaw zelf zijn de stereotypen,<br />

evenals de jamuw, een bron van trots. Ik noemde reeds dat de rol van de eigen mokè<br />

reusachtige proporties aanneemt bij de Diabate in Kela en de Kouyate in Jelibakoro.<br />

Hoewel erjeliw bestaan met As jamu Keita (zie Zobel 1993).<br />

Zie voor voorbeelden hoofdstuk 5.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!