15.01.2014 Views

DE DRAAIENDE PUT

DE DRAAIENDE PUT

DE DRAAIENDE PUT

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>DE</strong> DRAAIEN<strong>DE</strong> <strong>PUT</strong> 151<br />

In dit hoofdstuk laat ik zien hoe de relatie tussen 'oudere broer' en 'jongere broer'<br />

een continu spanningsveld representeert. Er blijkt geen sprake te zijn van een<br />

eenvoudige hiërarchie tussen de 'oudere broer' en de 'jongere broer'; ieder van de<br />

twee kan de toon zetten, afhankelijk van de context.<br />

Tot nu toe heb ik een Kangaba-centrische kijk op Mande gegeven; in alle verhalen<br />

stonden de Keita uit Kangaba en hun griots, de Diabate uit Kela, in het middelpunt<br />

van de belangstelling. In het vorige hoofdstuk liet ik zien hoe de verhalen waarmee<br />

de Keita en de Diabate zich status toemeten in de Haut-Niger uitgekristalliseerd zijn<br />

in relatie tot de verhoudingen in de samenleving.<br />

De Keita en de Diabate hebben hun eigen jamu beladen met een hoge status,<br />

maar verliezen daarbij niet uit het oog dat elders de claims en de verhalen anders<br />

geïnterpreteerd worden. Dat zal ik in dit hoofdstuk aantonen. In hoofdstuk 3 was al<br />

duidelijk geworden dat de Keita uit Kangaba reeds lang een bijzondere positie<br />

innamen in de Haut-Niger. De Fransen hadden al gehoord over het belang van Kangaba<br />

en haar vorsten, hoewel verschillende groepen (de Keita uit Nyagassola en de<br />

Keita uit Figira) deze positie betwistten, omdat zij (afstammelingen van) de oudere<br />

broers waren. In dit hoofdstuk verlaat ik mijn pre-occupatie met Kangaba en kijk ik<br />

naar de genealogische claims die elders uitgesproken worden. Want zoals iedereen<br />

in de Haut-Niger de Kela-versie van genealogie van de Keita erkent (zie hoofdstuk<br />

3), zo hebben Keita-mansaren elders andere genealogieën. Dat deed de Fransen<br />

geloven dat de samenleving gedesintegreerd was.<br />

Ik wil laten zien dat de genealogieën van al die mansoren transformaties van<br />

elkaar zijn. Opvallende tendens hierbij is dat elke vorst zichzelf afschildert als de<br />

afstammeling van de jongste broer. Dit is opmerkelijk, omdat erfopvolging verloopt<br />

via de oudste broer (zie hoofdstuk 2).<br />

De genealogieën wijzen op relaties tussen groepen, welke de mogelijkheid geven<br />

tot een alliantie. De alliantie zal altijd verklaard worden vanuit de hiërarchische<br />

relatie tussen de betrokkenen. Daarbij ligt het vast welke positie in de genealogie<br />

welke status oplevert. In dit hoofdstuk probeer ik aannemelijk te maken dat de<br />

positie van de jongste broer overeenkomt met een claim op aanvoerderschap tijdens<br />

een oorlog. De jongere broer 'verzamelt' oudere broers om zich heen en later, na de<br />

overwinning, mag hij de buit verdelen over ( = schenken aan) zijn oudere broers. De<br />

strijd om de positie van 'jongste broer' was permanent actueel, zoals ik zal aangeven<br />

in mijn analyse van genealogieën en thema's uit het Sunjata-epos. Broers staan nu<br />

eenmaal structureel op gespannen voet met elkaar.<br />

Er was geen strijd tussen alle 'broers'; bepaalde relaties waren wederzijds<br />

erkend. Zo hadden allianties vaak dezelfde partners, omdat over bepaalde genealogieën<br />

consensus bestond in een gebied dat enkele malen groter is dan Nederland.<br />

Spanning bleef echter inherent aan de relatie tussen de broers, hoewel de betrok-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!