Untitled - Papuaerfgoed.org

268 BEVOLKINGS LANDBOUW
In dit gebied wordt de ploegbouw reeds vele jaren uitsluitend door nietautochthonen
(Javanen) toegepast bij de sawahpadi-cultuur. Merkwaardig is,
dat deze grondbewerkingsmethode bij de Papoea nooit enige belangstelling heeft
kunnen opwekken.
VOEDINGSTOESTAND
Een na de oorlog ingesteld menu-onderzoek in een vijftal kust- en bergkampongs
in Australisch Nieuw Guinea (Report of the New Guinea Nutrition
Survey Expedition 1947) heeft aangetoond, dat, hoewel de Papoea onder normale
omstandigheden in staat is voldoende voedsel voort te brengen voor zijn levensonderhoud,
het menu, naar moderne maatstaven gerekend, dikwijls slecht uitgebalanceerd
is. Het bevat waarschijnlijk wel voldoende calorieën, doch te veel
daarvan wordt geleverd door koolhydraten en niet voldoende door vetten en
eiwitten. Ofschoon de klassieke symptomen van sterke eiwit-ondervoeding, te
weten oedeem en laag serum protein, niet geconstateerd zijn, wordt het dieet, en
wel in het bijzonder dat van de bergbewoners, bepaald te eiwitarm geacht.
Kinderen ondervinden hier meer nadeel van dan volwassenen, ook al vanwege de
omstandigheid, dat volgens de gewoonte het grootste gedeelte van het beschikbare
dierlijke voedsel gereserveerd dient te worden voor de volwassen mannen.
De opname van mineralen en vitaminen is waarschijnlijk net toereikend.
Voedselopname per persoon per dag in de onderzochte kampongs
Een korte beschrijving van de vijf genoemde kampongs volgt hieronder:
1. Busama is een kustkampong op enkele kilometers afstand van Lae.
De kampong is gelegen op een 50 meter brede zandige kuststrook, waarop het
steile heuvelland onmiddellijk aansluit. De bevolking legt op de steile hellingen
haar voedseltuinen (ladangs) aan met kladi als hoofdgewas en maïs, suikerriet,
sajoer lilin, pisang en papaja als bijgewassen. Er staan vele klapperbomen langs
het strand, terwijl uit de in de buurt gelegen moerassen belangrijke hoeveelheden
sago gewonnen kunnen worden. Kleine hoeveelheden vis en schaaldieren verkrijgt
men uit zee en smalle kreken; op bepaalde tijden van het jaar echter worden
grotere hoeveelheden vis gevangen. Het hoofdvoedsel is kladi (taro), aangevuld
met sago. Als bijzonderheid dient nog vermeld te worden, dat de kampong zich