Untitled - Papuaerfgoed.org

518 HANDEL
zenpositie van Nederland en N.N.G. Haar exporten naar het buitenland (Australië,
Indonesië en Japan) brengen deviezen op, die niet in de Nederlandse portefeuille
komen. Haar talrijke importen uit het buitenland belasten deze echter ook niet.
In- en uitvoerregelingen voor N.N.G. Zoals bekend berustte tot 1 April 1951 de
gehele import (niet de export) van goederen ten behoeve van de voorziening
der burgerbevolking in Nieuw Guinea, krachtens een overeenkomst met de
Nieuw Guinea Im- en Export Mij N.V. (Nigimij) te Hollandia, bij deze maatschappij.
Na expiratie van de desbetreffende overeenkomst stond het echter aan
iedere natuurlijke of rechtspersoon in Nieuw Guinea vrij, binnen het kader der
wettelijke bepalingen, goederen te importeren. In verband hiermede is later de
„Invoerordonnantie" afgekondigd, gepubliceerd in het Gouvernementsblad van
Nieuw Guinea no 5 van 1953 1 . Deze biedt ook de gelegenheid aan de overheid,
om door coördinatie eventuële te grote invoeren van een artikel door de verschillende
thans naast elkaar werkende importeurs te voorkomen.
Blijkens de nieuwe ordonnantie is de invoer van goederen gebonden aan een
algemene of een bijzondere invoervergunning, de laatste tevens deviezenvergunning.
Deze vergunning wordt op naam van de importeur gesteld en kan zonder
schriftelijke toestemming niet aan derden worden overgedragen 2 .
Een algemene vergunning voorkomt de herhaling van steeds dezelfde
formaliteiten, wordt voor ten hoogste één jaar verleend en kan alleen worden
verstrekt aan grote particuliere concerns, als b.v. de N.N.G.P.M., de B.P.M.,
de K.L.M. en de Nigimij, mits zij de importen bestemmen voor een scherp omlijnd
niet oneconomisch doel, zoals de instandhouding van het eigen bedrijf en de
verzorging van het eigen personeel. Een algemene vergunning geldt niet tevens
als deviezenvergunning en de grote genoemde ondernemers kunnen hun importen
meestal uit eigen deviezenbezit financieren.
Verlening van invoervergunningen in Nieuw Guinea voor inducementgoederen en niet in
Nederland verkrijgbare goederen, behalve voor %-goederen. Hierbij kan voor de import
van goederen vanuit andere landen dan Nederland in speciale gevallen bij de
afdeling Handel tot beperkte hoeveelheden en bedragen een „invoer- tevens
deviezenvergunning" worden aangevraagd voor vreemde (niet Nederlandse)
valuta, mits geen dollars. Een aanvraag voor een „invoer- tevens deviezenvergunning"
zal in het algemeen slechts in beschouwing kunnen worden genomen:
a. wanneer de invoer betrekking heeft op inducement-goederen; b. wanneer de
desbetreffende goederen niet in Nederland te verkrijgen zijn 3 4 . We moeten echter bedenken
1 Lit. 12a.
2 Voor zendingen van minder dan f 500,— is geen vergunning vereist, ter voorkoming van een te stroeve
gang van zaken.
3 Aldus hebben Nederlandse goederen bij den invoer een sterke preferentie, ofschoon deze op het stuk
van invoerrechten niet bestaat.
N.N.G.-goederen genieten in Nederland geen enkele preferentie; Suriname's export naar ons land
geniet preferentiële rechten bij sinaasappelen, ongebrande koffie en bananen.
4 Invoervergunningen geeft men niet af, als er reeds grote voorraden van een artikel zijn.