Untitled - Papuaerfgoed.org

516 HANDEL
Uit deze tabel is te zien, dat in het jaar 1951-1952 bij de meeste groepen veel
kapitaal belegd is.
Van de "foreign companies" is niet bekend, welk bedrag van hun kapitaal zij
in T.N.G. hebben belegd. Zij treden meestal op door middel van een locale
firma, die agent is.
Als gezegd zijn in N.N.G. slechts enkele ondernemingen, die er hebben geïnvesteerd.
De N.N.G.P.M. werd opgericht met een nominaal kapitaal van f 1 millioen in
1935, doch daarna zijn vele honderden millioenen besteed.
De Nigimij heeft een nominaal kapitaal van f 1/2 millioen, waarnaast bij de
moeilijke omstandigheden kort na de afscheiding in Januari 1950 een zeer veel
groter bedrag door het Gouvernement van Nieuw Guinea met hulp van Nederland
werd voorgeschoten, eerst renteloos, later tegen 5 %. Alleen al voor de
inkoop van voorraden, om de toen vrij lege winkels op N.G. te vullen, waren
meerdere millioenen nodig. De omlooptijd der goederen is bovendien zeer lang,
omdat in Europa bestelde voorraden enige maanden nodig hebben om alle zeer
verspreide winkels te bereiken en dus eerst na ca 4 maanden de betalingen der
consumenten beginnen binnen te komen. Bovendien ontbrak toenmaals nog het
postwisselverkeer en duurde het vele weken voor de ontvangsten op het centrale
kantoor te Hollandia binnen waren gekomen.
De Nigimij had een jaar lang een soort invoer-monopolie tot 4-1951. Zij heeft echter
nooit geleverd voor de N.N.G.P.M. Toen het Gouvernement na de afscheiding
een import-firma op N.G. wilde hebben, durfden verschillende maatschappijen,
die in Indonesië werkten, uit vrees voor represailles niet op N.N.G. beginnen.
Andere firma's meldden zich te laat. De invoerzaken der Nigimij zijn veel
belangrijker dan haar uitvoerzaken. De invoer geschiedde ook af en toe ten
behoeve van Gouvernement, K.M. en K.L. De verhouding van invoer tot
uitvoer is als ongeveer van 11 tot 1. Dat de uitvoer zo ver kwam, was
mede een gevolg van de verplichting, die de Nigimij werd opgelegd, om de
opkoop van bevolkingsproducten beter te organiseren. Zij vestigde zich al
dadelijk op alle controleurs-standplaatsen en kon dus heel wat bereiken. Ze heeft
ca 15 Europeanen in dienst. Het Gouvernement nam in de aanvang op zich, met
opslagfaciliteiten te helpen, wat voor de uitvoer grote betekenis heeft,
CREDIETEN, GOUVERNEMENTSBEMOEIEN I S
MET DE HANDEL, HANDELSVERDRAGEN
De hoeveelheid geld in circulatie bedroeg als gezegd in 1952 op N.N.G. f 11
millioen, terwijl in totaal f 20,5 millioen aanwezig was.
De bankier op N.G. noemt het gebrek aan middelen bij de tussenhandel als
een factor, die de uitvoer belemmert; wellicht zullen geldinjecties dit gebrek
verminderen. Deze bankier noemt als verdere oorzaak van de uitvoerbelemmering
de exorbitant hoge uit- en invoerrechten; toen de "ngase" nog geheven werd,