Untitled - Papuaerfgoed.org

3 18 ONDERWIJS EN VOLKSOPVOEDING
De N.N.G.P.M. richtte voor het vakonderwijs een eigen, goed geoutilleerde
vakschool op, met internaat. Het is daarbij niet de bedoeling, dat de leerlingen aan
het bedrijf der N.N.G.P.M. gebonden zijn, omdat het deze Maatschappij ernst is
met haar erkenning van de medeverantwoordelijkheid voor de ontwikkeling
van het Papoease volk. Ook buiten de vakschool hebben reeds vele autochthonen
bij de N.N.G.P.M. veel kennis en ervaring opgedaan, wat thans ook het geval
is bij de bedrijven, die te Hollandia en Biak werken aan gebouwen en wegen.
Tegelijk wordt de vraag naar geschoold personeel bij de N.N.G.P.M. steeds
brandender. Het is daarom, dat de maatschappij nog twee vervolgscholen heeft ingericht
met een speciaal programma. Deze scholen met internaten zijn door de
Maatschappij in beheer toevertrouwd aan de Zending en de Missie. Elke school
heeft ongeveer honderd leerlingen. Ook in deze internaten kunnen de leerlingen
dus in hun eigen sfeer worden opgevoed.
De Theologische School. Voor de opleiding van Gemeentevoorgangers heeft de
Zending een opleidingscentrum in Seroei. Volksonderwijzers die tevens gemeentevoorganger
zijn, worden daar opgeleid en tevens evangelisten, die naast hun
evangeliserende arbeid geen schooltaak hebben. Het is wel duidelijk, dat er voorlopig
nog niet aan gedacht kan worden de functies van schoolonderwijzer en
gemeentevoorganger te scheiden. Voor de vele kleine dorpen is het zelfs niet
gewenst te veel functionarissen te hebben. Toch zal geleidelijk aan de opleiding
van gemeentevoorgangers uitgebreid moeten worden en zal aan dit opleidingscentrum
tevens een Middelbare Theologische School geopend worden tot opleiding
van Papoease predikanten (pendeta's). Nu heeft Nieuw Guinea nog slechts één
zulk een opgeleide kracht, die thans de leiding heeft van het ressort Biak. Deze
kon nog gebruik maken van de Theologische School te Soë (nu overgebracht
naar Makassar).
De Zeevaartschool. Bij Hollandia-Haven werd in 1952 een zeevaartschool geopend
voor de opleiding tot matroos en handlanger. De cursus duurt slechts een
half jaar en er is op de weinige vaartuigen der kustvaart nog niet genoeg plaats voor
de abituriënten. Dat is, gezien de trek naar de zee van vele kustpapoea's, zeer
jammer. Ook op de P.M.S. zijn leerlingen, die in de zeevaart zouden willen gaan,
maar zij vinden daar heden nog geen gelegenheid voor.
De Verplegersopleiding. De Centrale Opleiding voor mantri-verpleger is verbonden
aan het Zendingsziekenhuis te Hollandia. Het is een vierjarige opleiding,
waaraan, ondanks de zwakke ondergrond, hoge eisen worden gesteld. Ook de
andere ziekenhuizen nemen leerling-verplegers aan en nemen aldus aan de opleiding
deel. Het ziekenhuis te Merauke heeft eveneens een opleiding.
De landbouwvoorlichtingsdienst onderhoudt landbouwpractijkcursussen te Kotanica
bij Hollandia, te Fakfak en Merauke, en leidt soms enige landbouw-mantri's
op. Het is jammer, dat de opleiding van een groot aantal landbouw-opzichters
nog niet mogelijk is.