Untitled - Papuaerfgoed.org

INDUSTRIE 391
De geografische ligging speelt hierbij uiteraard een belangrijke rol. Veel houtvoorraden
komen b.v. niet in aanmerking, omdat zij te ver van de bewoonde
kusten liggen of te hoog in de bergen (araucaria's).
B. PLAATSELIJK CONSUMPTIEGEBIED
Dit is in het dunbevolkte Nieuw Guinea vooralsnog niet belangrijk. Door
de grote verspreiding der Papoea's, hun uiterst bescheiden behoeften en hun
geringe koopkracht bepaalt zich hun potentiële consumptie tot de primaire
levensbehoeften, als kleding en voeding, wat gereedschappen, huisraad, als
meubels, aardewerk, e.d., en genotmiddelen, als tabak, en dit geldt dan nog
voornamelijk voor de meer ontwikkelde streken in het noorden en westen van
Nieuw Guinea, waar reeds geruime tijd contact bestaat met het Westen. Dit
impliceert, dat, wil men een industrie van enige omvang opbouwen, deze zich
richten moet op de export. Deze gedachte zit vóór bij de triplexfabriek en de
kenafvezel-industrie (roselle-vezel), die de Australische Regering thans ten behoeve
van de verpakking van Australië's wolexport in het leven wil roepen in Papua
(zie onder „Zakkenindustrie" hierachter). Ook fabricage van schepen, looistof,
geraspte cocosnoot, papaïne en agar-agar, als hierachter besproken, zal zich op
export moeten baseren.
Ook in Suriname is gebleken, dat de industrietjes, die men daar tot stand
bracht, alleen door export tot enige groei konden komen, zoals de confectie. Het
bevolkingscijfer is daar echter onder de 200 000 en dus nog kleiner dan op Nieuw
Guinea. Men denkt er voorts aan exportbedrijfjes voor grof- en fijnkeramiek,
hardboard, glas.
Hiernaast bestaat echter steeds de wenselijkheid kleine industrieën te vestigen,
welke zoveel mogelijk voorzien in de bestaande locale behoeften der bevolking, der
Overheid en van die der reeds gevestigde en te vestigen grote ondernemingen,
waarbij de Nederlandsche Nieuw Guinee Petroleum Maatschappij (N.N.G.P.M.)
voor de uitbreiding dezer behoeften van overwegend belang is. Uit de aard der
zaak zal deze kleinindustrie zich in de toekomst in de eerste plaats vestigen in
dichtbevolkte gebieden, als het Manokwari-district met 6400 zielen, Biak of Onin,
of het complex van Hollandia-stad en Hollandia-haven met ca 10 000 zielen,
waaronder 5 500 à 6 000 Europeanen. Ook zal men het eerst studie moeten maken
van die artikelen, waaraan reeds behoefte bestaat en welke van elders worden
ingevoerd, b.v. klapperolie en ander voedsel, tabaksartikelen, stenen, pannen,
lucifers, zeep, limonade, bier, meubelen e.d. Ook confectie, schoenen en cocosvezelmatten
komen wellicht in aanmerking. Invoervervanging moet altijd het eerste
doel zijn bij locale nijverheid en vooral de vervanging van onmisbare of heel
dure invoergoederen, als b.v. bouwmaterialen, enz., waarop thans hoge vrachten
(aanvoerkosten) drukken. Deze vervanging zou de bekende duurte op Nieuw
Guinea kunnen verminderen.