04.09.2013 Views

Untitled - Papuaerfgoed.org

Untitled - Papuaerfgoed.org

Untitled - Papuaerfgoed.org

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

INDUSTRIE 397<br />

51 500 Papoea's in dienst op een totale bevolking van ongeveer 1 500 000 mensen,<br />

waarvan er thans rond 1 millioen onder direct bestuur zijn.<br />

Zoals reeds gezegd, wordt voor Nederlands Nieuw Guinea de bevolking<br />

geschat op ca. 0,7 millioen, waarvan thans ± 385 000 1 onder direct bestuur staan.<br />

Na verloop van tijd kan dus het beschikbare aantal werkzame mannen in Nederlands<br />

Nieuw Guinea belangrijk worden opgevoerd èn door bestuursuitbreiding<br />

èn door uitbreiding van de medische dienst, waarbij in aanmerking moet worden<br />

genomen, dat de bezwaren tegen de onttrekking van mannen uit hun dorpen<br />

voor de gebieden bij de hoofdplaatsen in zeer verminderde mate gelden, omdat<br />

zij dan elke week thuis kunnen komen (zie hoofdstuk „Arbeid").<br />

LONEN 2<br />

Het behoeft geen betoog, dat vooral in de aanvang de prestaties der Papoea's<br />

verre achter zullen staan bij die der werkkrachten bij overeenkomstige bedrijven<br />

elders.<br />

Willen de op te richten locale bedrijfjes levensvatbaarheid verkrijgen en tegen<br />

concurrentie zijn opgewassen, dan zullen de lonen in verhouding moeten staan<br />

tot de prestaties en zijn aangepast aan het bestaande levenspeil der omgeving. Het is<br />

economisch onjuist om reeds voorschot te nemen op een betere levensstandaard,<br />

waarvoor de voorwaarden nog moeten worden geschapen.<br />

Het loonpeil in Nieuw Guinea is niet overal gelijk; het varieert naar het gebied<br />

en de levensomstandigheden. Het wordt niet beïnvloed door het rasverschil,<br />

maar alleen door de bekwaamheid van de werknemer. Doordat de prestatie van de<br />

Papoea in het algemeen minder is dan die van de amberie (vreemdeling), valt hij<br />

in een lagere loonklasse, maar naarmate zijn vakkennis en tempo toenemen, zal<br />

zijn loon stijgen.<br />

Wij laten hieronder een overzicht volgen van de maandlonen, welke in<br />

1950-1952 werden betaald aan de werknemers in Gouvernements- en particuliere dienst,<br />

incl. die van Indo-Europese landaard, die op contract van een jaar handenarbeid<br />

verrichten, en aan inheemse werkkrachten op mondelinge of schriftelijke overeenkomst<br />

van ½ jaar (ontleend aan: Rapport in zake Nederlands Nieuw Guinea<br />

over 1950, uitgebracht aan de Verenigde Naties, alsmede idem 1951 en 1952,<br />

bijlage XXII): (Zie tabel op blz. 398 bovenaan).<br />

Ondanks de moeilijke vergelijkbaarheid geven wij hieronder enige uurlonen in<br />

Surinaamse centen, die gelden bij de Surinaamse Bauxiet Maatschappij: fabrieksarbeider<br />

52 ct per uur, chauffeur 70 ct, machinist 70 à 100 ct, timmerlieden en<br />

smeden 65 à 85 ct, bulldozer-operateur 80 ct, graafmachine-operateur 90 ct, enz.,<br />

loopjongens 15 à 45 ct.<br />

1 In 1953 390 000.<br />

2 Vergelijk de paragraaf „Koopkracht van inheemsen" in hoofdstuk Handel.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!