Untitled - Papuaerfgoed.org

524 HANDEL
Invoer van alle tabaksfabrikaten in 1952 in N.N.G. incl. N.N.G.P.M.
f 1 272 900,-; in 1953 excl. N.N.G.P.M. f 724 900,-.
Invoer van alle tabaksfabrikaten in '51-'52 in A.N.G. £A 411.252 = f 3 495 642,-.
De invoerrechten, resp. accijnzen zijn hoog in N.N.G. en A.N.G., bij ons b.v.
60 % van de detailprijs.
Andere invoerartikelen. Hiervoor verwijzen wij naar de tabellen V en VI voor
17 welomschreven groepen van invoerartikelen, waaruit blijkt dat, naar de
waarde, de petroleummaatschappijen in 1952 vooral invoerden:
1. machines en transportmiddelen;
2. walsijzer en constructies daarvan;
3. petroleumderivaten, en tenslotte
4. provisiën, dranken en genotmiddelen.
Bij Gouvernement en particulieren tezamen is de volgorde naar waarde in 1952:
1. provisiën, enz. (zie hiervoor); 2. machines, enz.; 3. walsijzer, enz.; 4. textiel
en confectie.
Bij het Gouvernement alleen is de volgorde: 1. machines, enz.; 2. cement, aardewerk,
tegels; 3. walsijzer, enz.; 4. bouwhout, triplex, meubelen, enz.
Voor geheel N.N.G., dus voor alle invoerders tezamen, is de volgorde in 1952:
1. petroleumderivaten; 2. provisiën, enz.; 3. cement, enz.; 4. walsijzer; 5. bouwhout,
enz.; 6. machines, enz.
In afdeling III (statistieken) van dit hoofstuk zijn voor 75 artikelen, incl. de
petroleumderivaten, de invoerhoeveelheden afzonderlijk opgegeven, doch excl.
de petroleummaatschappijen. Daaruit blijkt, dat van de bovenbesproken m.i.
het meest belangwekkende vijf invoergoederen, vier ervan ook tot de groepen
met de grootste waarde behoren. De volgorde dezer invoerwaarden is, exclusief invoer
door de N.N.G.P.M.:
Over de posten 2 en 5 valt in een kort bestek heel weinig te zeggen; hoogstens
zou men kunnen opmerken, dat men 2 (petroleumderivaten) bij aanwezigheid van
een olieraffinaderij op N.N.G. zelf zoude kunnen produceren, evenals zulks
voor 5 (vlees en vleesconserven), alsmede voor 1 (rijst) ten dele realiseerbaar
1 In T.P. + T.N.G. is dit cijfer veel hoger, nl. f 8 ½ millioen.