Untitled - Papuaerfgoed.org

450 INDUSTRIE
doordat de vele verschillende bevolkingsgroepen verschillende verlangens hebben
en ten slotte elke inwoner nog weer een keuze wil kunnen maken uit een gevarieerd
assortiment voor dat artikel.
Een ander nadeel is de lage arbeidsproductiviteit en het relatief hoge loonpeil
voor een ongeschoolde industriearbeider te Paramaribo van minstens 2 ½ Surinaamse
guldens (Sf) per dag (equivalent van Ned. f 5,00) 1 . Voorts ontbreekt
petroleum, steenkool en waterkracht, die omgezet is in electrische energie. Bij
de nadelen wordt ook het gebrekkige verkeer genoemd, waardoor Suriname in
enige autonome afzetgebieden uiteenvalt, alsmede het ontbreken van een efficiënte
technische importhandel en van een welvarende middenstand, als potentieel
reservoir, waaruit industriële kleinondernemers kunnen voortkomen. De kleine
omvang der bestaande industrietjes maakt opleiding van personeel, reparatiebedrijven
en arbeidswerving tot bezigheden, die nog niet door de industrieën
gezamenlijk kunnen worden behartigd, ofschoon dit de productiekosten lager
zou kunnen maken.
Ten slotte is de bevolking van Suriname zo klein, dat de meest voor de hand
liggende, de bestaande invoer vervangende industrietjes soms niet tot stand
kunnen komen, wijl voor een markt van bijna 200 000 zielen de afzet te klein
is voor een rendabele bedrijfsgrootte. Zo'n industrie moet ten dele van export
leven. Volgens Dr Verdoorn, een der samenstellers van het Planrapport, gold
dit b.v. voor cement en verf.
Men heeft volgens het genoemde verslag in dat land enkele verzorgende bedrijfjes,
als limonadefabriekjes, ijsfabriekjes, drukkerijtjes, rijstpellerijtjes, meubelmakerijtjes,
houtzaagmolens en een grof keramisch bedrijf, alsmede een machine-reparatie
bedrijf, en gezegd wordt dat deze behoeften niet of bezwaarlijk door import
kunnen worden verzorgd. Toch worden de genoemde artikelen op Nederlands
Nieuw Guinea aan de invoer overgelaten; ook het bouwhout voor een deel.
Bij de fabricage van confectie, lucifers, schoenen, sigaretten wijst men er op,
dat deze bedrijven vanwege de import meer riskant zijn en dat dus bijzondere
nijverheidspolitieke steunmaatregelen nodig zijn. Zo zijn sinds 1950 invoerbeperkingen
en verminderde invoerrechten ingevoerd voor macaroni, vermicelli, lucifers en
leren schoenen, alsmede voor enkele houtindustriële producten, waarbij de
import de locale industrie te zeer zou kunnen schaden 2 .
Bij de uitbreidingsmogelijkheden van bovengenoemde bestaande industrie
noemt men o.a. zeepfabricage, bierbrouwerij en drukkerij, alsmede gestandaardi-
1 Deze factor maakt het nodig, dat men arbeidsintensieve industrieën (dus met hoge loonkosten)
vermijdt en zulke zoekt, die hoge grondstofkosten of veel kapitaal vereisen, vergeleken met de loonuitgaven.
In naburige West-Indische gebieden zijn de lonen lager dan in Suriname. Uit het genoemde
bedrag van minstens Sf 2,50 per dag moet ook voor voeding, woning en medische hulp worden geput.
2 Op de lijst van contingenteringen staan ook o.m.: vers vlees, cocosolie, schoenen, bovenkleding
van mannen en vrouwen, houten meubelen en lucifers. De laatste drie contingenten zijn zo laag, dat
men practisch een invoerverbod heeft, evenals bij sigaretten.