Untitled - Papuaerfgoed.org

INDUSTRIE 401
Voor de industrie op Nieuw Guinea zijn alleen de invoerrechten van belang,
omdat zij prijs- en loonverhogend werken, ook bij de grondstoffen.
Bijzondere uitvoerrechten op fabrieksartikelen bestaan niet, wel het algemene
uitvoerrecht van 8%, dat elk fabrieksartikel treft. Het uitvoerrecht op bevolkingsproducten
slaat slechts op bosproducten en is voor eventuele industriële export
van geen belang. De fiscus ontleende in 1952 aan de invoerrechten een bate van
f 5 328 700,-. Voorts wordt bij invoer, resp. uitvoer een statistiekrecht van 1%
resp. 3 /8 % incl. retributie deviezen-instituut geheven en men mag hopen dat er
eerlang goede statistieken zullen komen, die nauwkeurige invoercijfers geven.
Hierachter zal blijken, dat dit thans nog niet het geval is. Bovendien heft men in
sommige plaatsen goederengeld (f 0.50 p. 100 kg) en tenslotte zijn er inklaringskosten.
Accijnzen zijn van belang voor eventuele fabrieken van tabaksartikelen als
sigaren en sigaretten en bij toekomstige bierbrouwerijen; de accijns wordt echter
eveneens geheven, naast en boven het gewone invoerrecht, van ingevoerde suiker,
sigaren 1 , sigaretten 1 en bier (bij deze drank treedt het gewone invoerrecht in de
plaats van de binnenlandse accijns), In 1952 brachten de accijnzen f 4 247 700,- op.
De accijnzen op petroleum, gasoline en benzine, resp. f 3,50 en f 10,- per hl,
maken de energievoorziening duurder.
De invoerrechten zijn nihil voor ruwe grondstoffen als stammen, ongeschaafde
planken en idem balken; betonijzer, plaatijzer en profielijzer, indien onbewerkt en
niet afgepast; voorts voor ongelooide huiden en ongeverfde katoenen weefgarens.
Voor allerlei eerste levensbehoeften heft men echter rechten, behalve voor rijst.
Er wordt recht geheven naar gewicht, volume of per stuk (eieren, vee) bij ca
20 artikelen, overigens naar de waarde en wel:
6% van productiemiddelen, als: machines, gereedschappen (al of niet mechanisch),
auto's, trucks, wegenbouwmachincs, lucifers; en van halffabrikaten en dergelijke
als: ijzerconstructies, pijpen, dakijzer, eenvoudige bakstenen, dakpannen en tegels,
geschaafde balken en planken. Cement en zout hebben specifieke rechten, die op
ca 2%, resp. 10% neerkomen.
Dit recht is een zware belemmering voor nieuwe industriële installaties, die
men in Nieuw Guinea zou. willen oprichten. Suriname verleent veelal vrijstelling
van invoerrecht aan nieuwe industrieën en stelt zelfs harde valuta beschikbaar
voor de aankoop van de uitrusting, indien noodzakelijk (Jaarverslag Surinaamse
Bank, 1950, blz. 11);
12% van gewone (niet luxe) verbruiksgoederen, als: kantoormeubelen en prefabhuizen;
consumptieartikelen, als: margarine, kaas, melk, boter, verse groenten,
meel, suiker, katoenen stukgoed, eenvoudige confectie, zeep, scheerzeep.
20% van luxe verbruiksgoederen, als: lederen schoenen (!), meubelen (!), limonade,
mooie kwaliteit confectie, zijde; verder van vrieskamerboter, -groente en -vlees,
1 Accijnsbedrag 40 resp. 60 % van kleinhandelsprijs, met inbegrip van de belasting.