Untitled - Papuaerfgoed.org

HANDEL 501
dan achterblijven, omdat lijn 4 een vast schema volgde, en zo was er meer opslagcapaciteit nodig dan
normaal, terwijl de werkelijkheid ver onder normaal was. In 1950 is het voorgekomen, dat een partij
rijst te Sorong, welke aan regeninslag bloot stond, tijdelijk naar Biak moest worden overgebracht.
Het Jaarverslag van het Gouvernement voor de V.N. spreekt bij het jaar 1951 nog over de moeilijke
pakhuissituatie en de onmogelijkheid om de zo wenselijke voorraden te scheppen voor essentiële
artikelen als rijst, meel, vetten, melk, vleesconserven, suiker, zout. Toch werd in dat jaar de overdekte
opslagcapaciteit te Hollandia met 60% vermeerderd.
Het Jaarverslag over 1952 geeft een lijst van opslagcapaciteit aan de waterkant in m 2 , overdekt
respectievelijk open. Hollandia had ca 3000 m 2 overdekt; Biak 1100 m 2 ; Sorong 560 m 2 en Merauke
400 m 2 ; Sorong en Merauke hebben 1 ) te weinig gouvernements-opslaggelegenheid, die aan particulieren
verhuurd kan worden, Sarmi en Fakfak in het geheel niet. Op Sorong-Doom hebben de K.P.M. en
het Gouvernement practisch geen pakhuisruimte, de Nigimij echter wel. Op Biak is alle gouvernementsruimte
aan de Nigimij verhuurd en is geen gouvernements-opslag beschikbaar voor andere handelaars.
De Nigimij heeft grote loodsen te Hollandia en Sorong gebouwd, doch aldaar is geen andere gouvernements-opslagruimte
voor Europese particulieren beschikbaar. Te Seroei is geen gebrek aan pakhuizen.
De Chinezen op Nieuw Guinea beschikken soms over vrij veel opslag. In het Jaarverslag van de N.V.
Hagemeijer over 1952 wordt nog vermeld, dat de opslag der voorraden op Nieuw Guinea de Nigimij
nog steeds grote zorgen baarde en dat belangrijke bedragen voor verbetering nodig zijn.
De koelruimte op Nieuw Guinea is steeds gouvernementseigendom en ten dele uitsluitend van Leger
en Marine. Zij is meestal te klein en dan zijn er geen importmogelijkheden voor vlees en eieren, wat
nu alléén te Hollandia kan. Merauke heeft geen koelruimte, de K.P.M. alleen voor eigen gebruik en
dus practisch ook niet 2 . Leger en Marine hebben eigen koelruimten, de N.N.G.P.M. ook.
Scheepsvrachttarieven 3 . Wij zullen hierachter de voornaamste van deze vrachten mededelen. In het
begin van 1953 werden zij met 25 à 30 % verlaagd, althans tussen Europa en de N.G.-havens. Volgens
velen zijn zij thans redelijk. De laatste verlaging viel de betrokken maatschappijen het moeilijkst voor
hout en copra, en bij hout is het niet mogelijk gebleken een gelijk tarief voor alle N.G.-havens in te
voeren. De vracht van de K.P.M. als eerste vervoerder speelt bij dit artikel een te grote rol. Wat de
copra betreft zijn de op de verschillende havens aangeboden hoeveelheden, zelfs te Merauke, te klein
voor zogenaamd "bulk"vervoer, dat alleen plaats kan hebben als grote ruimen van ca 1000 à 2000 ton
geheel gevuld kunnen worden. Vandaar dat alle copra-vervoer in zakken plaats heeft, en deze gaan
bij overladingen op de lijnboten als zodanig naar Europa door. Alleen wanneer de lijnboten, dus die
van de maatschappijen Nederland, Lloyd, enzovoorts, de copra weghalen van de veel grotere stapelhavens
Celebes en de Noord-Molukken, gaat de copra onverpakt in de ruimen.
Bij rechtstreekse bevrachting van goederen in Nederland naar de verschillende N.G.-havens en
vice versa, wordt geen locale vracht meer aan de verladers in rekening gebracht door de K.P.M. bij
overscheep der goederen ex êntrepot te Hollandia. Te Sorong is nog geen êntrepot-pakhuis door het
gouvernement gebouwd en bij overscheep aldaar via particuliere pakhuizen vervalt het voordeel van
de lagere doorvracht en moet de som van oceaanvracht en locale K.P.M.-vracht worden betaald.
Wij geven hieronder de nieuwe doorvrachttarieven.
Doorvrachten, vastgesteld door de Djakarta Vrachten Conferentie (Dj. V.C.) van Nieuw Guinea naar Europa
(basishavens) d.w.z. een grote groep vanaf Liverpool en Hamburg in het noordwesten tot Napels,
Triëst, Port Saïd en Suez in het zuidoosten van Europa, vroeger met tenderen te Sorong en met overscheep
te Makassar, op 2/2/1953 ingegaan (nu met overladen te Singapore).
De meeste goederen bereiken Europa eerst na tweemaal overladen, eerst te Hollandia of Sorong en
later te Makassar of Singapore; alleen de zgn. scrap (oude metalen) bereikt Europa direct.
De invoering van deze lage doorvrachttarieven bewerkte op de gehele kust van Nieuw Guinea een prijsdaling der
invoerartikelen en eveneens een stijging van de uitvoerprijzen, d.w.z. van de opkoopprijzen der export-producten.
Het gouvernement heeft deze prijsegalisatie doorgezet tot aan de Wisselmeren. Het daarvoor nodige
subsidie is voorlopig nog geen hoge post voor het Bestuur.
1 Hier heeft de Nigimij eigen opslag en te Manokwari en Merauke bouwt zij deze.
2 De in 1954 ingelegde K.P.M. schepen („Barito", enz.) beschikken thans over een beperkte ruimte
voor koel/vrieskamer lading.
3 Vgl. Hoofdstuk „Scheepvaart".