04.09.2013 Views

Untitled - Papuaerfgoed.org

Untitled - Papuaerfgoed.org

Untitled - Papuaerfgoed.org

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

INDUSTRIE 425<br />

Het is duidelijk, dat een groots opgezette textielindustrie in Nieuw Guinea<br />

geen reden van bestaan heeft, maar het loont o.i. de moeite na te gaan of zij in<br />

de toekomst misschien als huisvlijt of in zeer kleine ondernemingen voor locaal<br />

verbruik kan slagen, zoals men zulks in Suriname, dat slechts ¼ millioen<br />

inwoners heeft, is gaan beproeven.<br />

Hongkong met zijn 13 grote spinnerijen en 6 weverijen zou technische hulpkrachten kunnen leveren<br />

tijdens de eerste moeilijke jaren.<br />

De wee/kunst zou op vak- of huishoudscholen kunnen worden onderwezen. De handweefgetouwen<br />

zijn niet overdreven duur en men zou van de eenvoudigste soorten kunnen uitgaan. De missie heeft<br />

steeds de weefkunst onder de bevolking aangemoedigd. De Zusters te Merauke gaven reeds vóór de<br />

oorlog onderricht aan Papoea-meisjes met een Tanimbarees weeftoestel; op Tanimbar is de weverij<br />

nl. inheems. De resultaten waren teleurstellend, aangezien de meisjes, wanneer zij in de kampong terug<br />

waren gekeerd, met het weven ophielden. Ook proeven te Wandammen en Argoeni genomen, mislukten.<br />

Dat wil echter niet zeggen, dat er op de duur geen goede resultaten zijn te bereiken, te meer<br />

daar de behoefte aan textiel groter zal worden; wel zal het veel moeite, geduld en opleiding kosten<br />

voor men de bevolking er toe zal hebben gebracht haar eigen kains te weven. Daarbij moet bedacht<br />

worden, dat men de weefgarens (geverfde), die men thans toch nooit invoert, ook niet met 5 % recht<br />

hoeft te belasten, als de bevolking wil weven. Alleen de ongeverfde garens van katoen, die zij minder<br />

mooi vindt, zijn thans vrij van recht 1 2 .<br />

In Australisch Nieuw Guinea is men op dit punt tot dusverre ook nog niet veel gevorderd, al worden<br />

daar op naaimachines door Papoea-vrouwen onder toezicht van een Europeaan eenvoudige politieuniformen<br />

gemaakt. Oorspronkelijk inheemse weefkunst ontbreekt er. Sedert kort is daar echter enige<br />

verbetering gekomen. Mr E. J. L. Hallström heeft enige jaren geleden in de Central Highlands (te<br />

Nondugl op 1500 m hoogte) een schapenfokkerij opgericht met per vliegtuig uit Australië aangevoerde<br />

schapen. Deze fokkerij is ten volle geslaagd. De onderneming heet "Hallström Trust Station". In Maart<br />

1951 waren er te Nondugl 1103 schapen. Men had reeds 22 balen wol te Sydney voor de veiling ontvangen<br />

en 17 balen waren verzendklaar. In het jaar 1950-1951 werd voor £A 5.800 (f 49 300,-) wol naar<br />

Sydney vervoerd. Men heeft voor de Papoea's, speciaal voor vrouwen, te Nondugl een weefschool<br />

opgericht, waarvan in 1950 35 leerlingen een 3-weekse cursus afliepen met inlandse weefgetouwen en<br />

deze gingen terug naar hun dorpen om daar het weven verder te verbreiden, en ten slotte in deze<br />

koude hoge streken tot het maken van kleding te komen 3 .<br />

De Philippijnen hebben o.m. een gouvernementstextielbedrijf.<br />

In tropisch Afrika zijn de Belgische Congo en de Franse Ivoorkust al vroeg met textielindustrie<br />

begonnen. De locale katoencultuur werkte stimulerend. Op de Ivoorkust begon de eerste spinnerij<br />

tevens weverij in 1922 met een kapitaal dat thans 150 millioen Franse frs. bedraagt. Er zijn 26 weefgetouwen<br />

en 7 spinmachines (égreneurs). Per jaar verwerkt men 1500 ton katoen, die 480 ton spinvezel<br />

oplevert. In Oct. 1953 is besloten de fabriek te verdubbelen, met een lening van de Franse regering.<br />

Confectiebedrijfjes bestaan in het kleine Suriname al lang en verdienen bij ons<br />

tegelegenertijd overweging. In Suriname heeft men ter ondersteuning de invoer<br />

van bepaalde confectieartikelen verboden of beperkt 4 .<br />

1 In het 5-jarenplan van India van 1953 zijn voor hulp aan de handweverij even krachtige maatregelen<br />

voorzien als voor de machinale weverij. De eerste blijft men in Oost Azië levensvatbaar achten, ook in<br />

Burma en Thailand. Men dient o.i. ook bij ons voort te gaan met het bevorderen van huisweefnijverheid,<br />

zoals zij op Celebes bestaat. Het laatste is een der redenen, dat men Zuid Celebes geschikt acht voor<br />

textielindustrie, afgezien van politieke factoren. Er zijn reeds enkele weinig gemechaniseerde handweefbedrijven.<br />

Van de Japanse bezetting dateert een machinale weverij nabij Pare Pare.<br />

2 In de Philippijnen was de huisweefkunst vrijwel uitgestorven, doch in 1948-1952 bracht men haar met<br />

succes tot herleving met behulp van een "weaving demonstration unit" die eerst 6, doch later 36 handgetouwcn<br />

telde (zie een Ecafe-rapport). Een weverij consulent van de T.A.A. (Technical Assistance<br />

Administration) der V.N. verleende hulp.<br />

3 In Nov. 1953 besloot men tot de stichting van een kleine dekenweverij. Invoer thans 100 000 stuks<br />

per jaar voor contractarbeiders.<br />

4 Bij de Algemene Beschikking no 67 van 21 Juli 1953.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!