Untitled - Papuaerfgoed.org

INDUSTRIE 449
in Suriname en Afrika. Hoewel de ontwikkeling van Oost Nieuw Guinea in een
verder stadium verkeert dan die van het Nederlandse deel, staat zij voor beide nog
in de kinderschoenen. Men zou de mening kunnen huldigen, dat de industriële
mogelijkheden voor beide gebieden door hun geringe bevolkingsdichtheid, en dus
gebrek aan arbeidskrachten, de klimatologische gesteldheid, de geografische
ligging, de moeilijke toegankelijkheid van het binnenland e.d. zeer beperkt zijn
en zullen blijven.
Het komt ons daarom van belang voor tot slot nog eens een resumé te geven
omtrent bovengenoemde tropische gebieden, welke in enigszins soortgelijke
omstandigheden verkeren en waaromtrent reeds het gevoelen bestaat, dat zij
een bepaalde rol in het economische wereldverkeer spelen en dat die rol steeds
belangrijker zal worden. De overeenkomst met Nieuw Guinea is natuurlijk
nooit opvallend, maar het kennisnemen van de gang der industriële ontwikkeling
in andere tropische gebieden zal toch steeds nieuwe ideeën kunnen opleveren.
Ook deze gebieden liggen om en bij de Equator, hebben dus een heet klimaat;
de regenval is er in grote gebieden eveneens zwaar en de binnenlanden zijn dan
bedekt met tropische en moeilijk te doordringen bossen. Het transportprobleem
is ook daar zeer moeilijk op te lossen ofschoon hier en daar de (spoor)wegen
een paar honderd km binnendringen; de bevolkingsdichtheid is over het
algemeen gering, ofschoon meest dichter dan op Nieuw Guinea en er is een
groot gebrek aan werkkrachten. De bevolking als geheel staat ook in Afrika
op een zeer lage trap van ontwikkeling, haar werklust en haar streven naar
grotere economische ontwikkeling zijn zeker niet buitensporig en ook daar kan
slechts grote verbetering worden bereikt door initiatief van de Overheid en van
de buitenlandse ondernemingen en handelaren.
Wij vangen aan met Suriname.
ENIGE RESUMERENDE MEDEDELINGEN OVER INDUSTRIE
IN SURINAME
Zij betreffen enige algemene gegevens over toekomstplannen inzake de Surinaamse
industrie, die, hoewel niet woordelijk, ontleend zijn aan het Rapport:
De grondslagen van een tienjarenplan voor Suriname 1 , uitgebracht door de Stichting
Planbureau Suriname dd. 1952, Paramaribo-Den Haag.
Hoofdstuk IV, afd. 10, blz. 100-108, behandelt de gedachte industriële ontwikkeling
en geeft allereerst de volgende kenschetsing van de bestaande industriële
situatie.
De binnenlandse markt is vaak te klein voor de noodzakelijke minimale bedrijfsomvang
van een fabriekje. De afzet voor een bepaald artikel wordt nog kleiner,
1 Het is zo opgevat, dat economische en sociale ontwikkeling beide bevorderd moeten worden, evenals
in de plannen van het F.I.D.E.S.-fonds voor de Franse koloniën (Fonds d'Investissement Economique
et Social). Zie Lit. 73. Momenteel werkt men weer aan een wijziging van het Surinaamse plan.