“Zoals een goed ambtenaar betaamt” Liber Amicorum - CAOP
“Zoals een goed ambtenaar betaamt” Liber Amicorum - CAOP
“Zoals een goed ambtenaar betaamt” Liber Amicorum - CAOP
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
136<br />
Een reeds lang voortdurende discussie<br />
De toekomst van <strong>een</strong> aparte ambtelijke rechtspositie is <strong>een</strong> van de<br />
steeds weer terugkerende thema’s op het gebied van het arbeidsrecht<br />
in brede zin.<br />
Bijvoorbeeld in 1958 is hierover al gesproken naar aanleiding<br />
van het rapport van de staatscommissie Kranenburg. Deze commissie<br />
had zich gebogen over de vraag welke redenen er in het<br />
verleden toe hebben geleid dat de rechtspositie van de ambtenaren<br />
werd gekenmerkt door <strong>een</strong> bijzondere status. Vervolgens ging de<br />
commissie in op de vraag of er nog behoefte was aan <strong>een</strong> bijzondere<br />
reglementering. De meerderheid van deze commissie vond<br />
van wel. 10<br />
De in het verleden reeds naar voren gebrachte argumentatie<br />
die mij het meest heeft aangesproken, is de opvatting van Mannoury.<br />
In zijn preadvies aan de Vereniging voor Arbeidsrecht en de<br />
Vereniging voor Administratief Recht onderscheidde hij de ‘status<br />
dignitatis’, die de <strong>ambtenaar</strong> toekomt als vertegenwoordiger van<br />
het openbaar gezag en de ‘status Iuris‘. Mannoury was van mening<br />
dat het in strijd is met de structuur van de moderne democratie,<br />
om maatschappelijke verschillen tot uiting te brengen in <strong>een</strong> geprivilegieerde<br />
rechtstoestand, ook daar waar de maatschappelijke<br />
verschillen als zodanig worden aanvaard. Een gelijke regeling voor<br />
ambtenaren en werknemers acht hij op zijn plaats, tenzij er <strong>een</strong><br />
onbetwistbare noodzaak is om in bepaalde situaties afwijkende regelingen<br />
vast te stellen. 11<br />
Ook het afgelopen decennium is het onderwerp bij tijd en wijle<br />
volop in debat geweest. Zie bijvoorbeeld het congres op 26 oktober<br />
2005 van de Albeda Leerstoel over de vraag: ‘Heeft de ambtelijk status<br />
nog toekomst?’ 12 , naar aanleiding van het IBO-rapport ‘Buitengewoon<br />
normaal’ 13 .<br />
Op 25 februari 2008 organiseerde De Raad voor het Openbaar<br />
Bestuur samen met het Departement Bestuurskunde van de Universiteit<br />
Leiden <strong>een</strong> symposium onder het motto ‘In dienst van publiek<br />
belang’. Het symposium waaruit mij, meer nog dan ooit daarvoor,<br />
duidelijk werd dat juristen en bestuurskundigen vanuit <strong>een</strong><br />
zo verschillende achtergrond redeneren, dat ze elkaars argumenten<br />
moeilijk lijken te begrijpen. Waar binnen het sociaal recht vooral<br />
de vraag de boventoon voert wat de rechtvaardiging en noodzaak<br />
is van twee stelsels van rechtsbescherming die beide beogen gelijkheid<br />
te compenseren, lijken bestuurskundigen het handhaven van