“Zoals een goed ambtenaar betaamt” Liber Amicorum - CAOP
“Zoals een goed ambtenaar betaamt” Liber Amicorum - CAOP
“Zoals een goed ambtenaar betaamt” Liber Amicorum - CAOP
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
168<br />
toch te kunnen laten toetreden tot politieke functies, is om deze<br />
onder de categorie ‘niet-toerekeningsvatbaar’ te laten vallen. Een<br />
uitvoerig en fel Kamerdebat naar aanleiding van <strong>een</strong> interpellatie<br />
van Heydenrijck over de eed van 5 oktober 1881, laat <strong>een</strong> breed<br />
scala aan argumenten voor en tegen de eed de revue passeren. Zo<br />
m<strong>een</strong>t Minister Modderman dat atheïsten iedere moraal missen en<br />
verzucht parlementslid Mackay bij het mogelijk toestaan van de<br />
belofte: “Het was mij op dat oogenblik als of ik den Staat op zijn<br />
grondvesten voelde schudden. Men raakte aan <strong>een</strong> van de hechtste<br />
pilaren die in den Staat te vinden zijn”. 19 Vooral de liberalen<br />
en socialisten pleiten echter voor keuzevrijheid, met name Van<br />
Houten (die van het kinderwetje) mengt zich in deze strijd, onder<br />
andere in 1882 met <strong>een</strong> geschrift over de zogenaamde Asser eedskwestie<br />
– waarin de burgemeester <strong>een</strong> raadslid de toegang tot de<br />
raad ontzegt. 20<br />
In de Grondwet van 1887 werd de leden van de Staten Generaal<br />
voor het eerst de mogelijkheid geboden de belofte af te leggen.<br />
Jaren later volgde de Wet-Gerritsen (1896) voor leden van Provinciale<br />
Staten en gem<strong>een</strong>teraden. De (meeste) ambtenaren moeten<br />
nog <strong>een</strong>s 20 jaar wachten tot in 1916 eindelijk ook voor hen het<br />
algemene recht, om in plaats van de religieuze eed <strong>een</strong> belofte af<br />
te leggen, mogelijk wordt. Dat wil zeggen dat voor de wet voortaan<br />
de eed en belofte gelijk zijn gesteld, maar <strong>een</strong> toets op de oprechtheid<br />
de eed te weigeren en <strong>een</strong> belofte te willen afleggen, is<br />
wel verplicht.<br />
Er zijn meerdere veranderingen in de ambtseed in de loop van de<br />
20 e eeuw. De formulieren van begin 19 e eeuw blijven lang gehandhaafd,<br />
maar bij Koninklijk Besluit van 23 augustus 1920 wordt <strong>een</strong><br />
nieuwe ambtseed voor alle rijksambtenaren vastgesteld. Ook het<br />
afleggen van de eed op andere religies komt nu en dan aan de orde.<br />
In 1948 bijvoorbeeld wordt de eed op Allah nog bevestigd voor<br />
ambtenaren in overzeese gebiedsdelen. In 1971 wordt de keuze<br />
voor eed of belofte volledig vrij doordat de vereiste toetsing van de<br />
oprechtheid van de bezwaren tegen de verplichte ambtseed werd<br />
opgeheven. In 1998 wordt de formulering van de ambtseed en -belofte<br />
voor Rijksambtenaren opnieuw vastgesteld. Met de nieuwe<br />
Ambtenarenwet van 22 december 2005 tenslotte, wordt de ambtseed<br />
bij formele wet verplicht gesteld voor alle ambtenaren vanaf<br />
1 maart 2006. Waar in de latere 20 e eeuw de formuleringen van de<br />
eed inmiddels uit de wetsteksten waren verdwenen, is wellicht het