“Zoals een goed ambtenaar betaamt” Liber Amicorum - CAOP
“Zoals een goed ambtenaar betaamt” Liber Amicorum - CAOP
“Zoals een goed ambtenaar betaamt” Liber Amicorum - CAOP
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
het bereik van de overheidswerkgever. In discussie in het cao-recht<br />
is of het probleem van de ‘free riders’ moet worden aangepakt. Dit<br />
zijn degenen die g<strong>een</strong> vakbondslid zijn, maar wel profiteren van de<br />
voordelen van de uitkomsten van het cao-overleg. Op het moment<br />
dat zich nadelen voordoen uit de uitkomsten van het cao-overleg,<br />
kan het zijn dat zij zich daarvan proberen te distantiëren, met de<br />
stelling dat niet namens hen is onderhandeld en zij zich beroepen<br />
op het ontbreken van de wilsover<strong>een</strong>stemming die vereist is om de<br />
tweezijdigheid van de arbeidsover<strong>een</strong>komst te kunnen wijzigen.<br />
Grapperhaus heeft in het verleden bepleit om in het cao-stelsel op<br />
te nemen dat de cao geldt voor alle werknemers, indien aan bepaalde<br />
vereisten wordt voldaan. 19 Op die manier zou het probleem van<br />
de art. 14 werknemers opgelost kunnen worden.<br />
In het arbeidsrecht is <strong>een</strong> discussie gaande over de vraag of het<br />
arbeidsrecht niet meer ingebed zou moeten worden in <strong>een</strong> institutioneel<br />
stelsel. 20 In <strong>een</strong> dergelijk stelsel geldt de cao op dezelfde<br />
wijze voor gebonden en niet-gebonden werknemers. De cao heeft<br />
voor alle werknemers dwingende, vervangende en aanvullende<br />
werking. Aan de ordenende functie van de cao wordt dan meer gewicht<br />
toegekend dan in het contractuele stelsel, waar het accent<br />
ligt op de wilsover<strong>een</strong>stemming die nodig is voor <strong>een</strong> wijziging<br />
van de arbeidsover<strong>een</strong>komst.<br />
Een institutioneel stelsel sluit meer aan bij het stelsel dat het<br />
collectief ambtenarenrecht op dit moment kenmerkt. Dit heeft<br />
zijn oorzaak in de <strong>een</strong>zijdige rechtsrelatie die de overheidswerkgever<br />
heeft met de ambtenaren. Een ‘CAO’ bij de overheid heeft<br />
g<strong>een</strong> directe bindende werking. Een cao is daar <strong>een</strong> afspraak tussen<br />
de overheidswerkgever en de vakorganisaties om op <strong>een</strong> bepaalde<br />
wijze de rechtspositieregeling te wijzigen, waarna deze<br />
18 Adviescommissie Duaal ontslagrecht, ‘Afscheid<br />
van het duale ontslagrecht’, Den Haag, november<br />
2000.<br />
19 F.B.J. Grapperhaus, ‘De wenselijkheid van<br />
<strong>een</strong> nieuwe regeling voor de verhouding van<br />
niet-gebonden werknemers tot <strong>een</strong> cao’, SR<br />
2002-p. 184-190. Zie ook A.Ph.C.M.Jaspers, ‘De<br />
Gordiaanse knoop van de samenlopende cao’s’, SR<br />
2005/71. Binnen de werkgroep Cao-recht van de<br />
Vereniging voor arbeidsrecht vindt op dit moment<br />
141<br />
ook discussie plaats over deze problematiek, waarbij<br />
ook vergelijkbare voorstellen zijn geopperd.<br />
20 F. Koning, ‘Het systeem van het collectieve<br />
arbeidsvoorwaardenrecht’ (diss. Groningen)<br />
Deventer, 1987, p. 128-149, F.B.J. Grapperhaus,<br />
‘De wenselijkheid van <strong>een</strong> nieuwe regeling voor<br />
de verhouding van niet-gebonden werknemers tot<br />
<strong>een</strong> cao’, SR 2002-p. 184-190, W.P.J.M. Fase en<br />
J. van Drongelen, Cao-recht, Kluwer Deventer,<br />
2004, p. 216 e.v.