“Zoals een goed ambtenaar betaamt” Liber Amicorum - CAOP
“Zoals een goed ambtenaar betaamt” Liber Amicorum - CAOP
“Zoals een goed ambtenaar betaamt” Liber Amicorum - CAOP
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Toch is weten van belang<br />
Vervolgens komt het ‘weten’ toch weer binnen. Maar op <strong>een</strong> andere<br />
manier. Het weten betreft zowel de minister als de <strong>ambtenaar</strong>. Het<br />
weten is namelijk <strong>een</strong> bijzonder element in de ministeriële verantwoordelijkheid<br />
dat zowel voor de minister als voor de <strong>ambtenaar</strong><br />
ingrijpende gevolgen heeft.<br />
Allereerst voor de minister. Als de minister iets heeft geweten<br />
dan kan dat persoonlijk weten immers de ministeriële verantwoordelijkheid<br />
verzwaren tot <strong>een</strong> persoonlijk feit. Dat betekent voor de<br />
minister <strong>een</strong> echt en direct probleem. Indien de minister iets persoonlijk<br />
heeft geweten, afgewogen en besloten, dan is de verantwoordelijkheid<br />
voor hem ook zeer direct. Hij heeft dan niet all<strong>een</strong><br />
de functionele verantwoordelijkheid als minister, maar ook de persoonlijke<br />
verantwoordelijkheid. In dat geval kunnen ook elementen<br />
als verwijtbaarheid en schuld <strong>een</strong> rol gaan spelen. Het is dan<br />
letterlijk zijn probleem. Dan nog moet hij kunnen uitleggen dat er<br />
omstandigheden waren die niemand had kunnen voorzien, of dat<br />
er in redelijkheid met de inschattingen en veronderstellingen was<br />
omgegaan, maar dat het anders had uitgepakt. Maar het betekent<br />
wel dat de uitleg en de verantwoording veel directer bij de minister<br />
zelf, bij de minister als persoon komt. Dat geldt daarmee dus ook<br />
voor eventuele onvolkomenheden die hebben plaatsgevonden.<br />
Dat weten van de minister is dus <strong>een</strong> belangrijk element bij de<br />
parlementaire beoordeling van de verantwoording door de minister.<br />
Kan die omstandigheid ook <strong>een</strong> onbedoelde werking hebben?<br />
Kan het bijvoorbeeld leiden tot <strong>een</strong> houding van <strong>een</strong> minister dat<br />
hij iets niet wil weten? Niessen refereert daaraan in zijn artikelenreeks.<br />
Staat er toch nog steeds <strong>een</strong> premie op het niet (willen) weten?<br />
Dit is <strong>een</strong> situatie die voorkomt. Er zijn momenten dat <strong>een</strong><br />
minister denkt: “Waarom moet ik dit weten, terwijl ik er nu niets<br />
mee kan?” of: “Ik wil dit helemaal niet weten, want dan moet ik er<br />
iets mee.” Het komt voor dat <strong>een</strong> minister iets juist niet wil weten.<br />
Dit niet willen weten heeft voor de ministeriële verantwoordelijkheid<br />
op zich g<strong>een</strong> betekenis. Het helpt <strong>een</strong> minister uiteindelijk<br />
ook niet. Minister van Defensie Korthals herinnerde zich niet dat<br />
de voorzitter van het College van procureurs-generaal iets tegen<br />
hem had gezegd tijdens zijn vorige functie als minister van Justitie.<br />
Niettemin moest hij eind 2002 aftreden. ‘Wat niet weet, wat niet<br />
deert’, gaat hier niet op. Niet willen weten wat het ambtelijk ap-<br />
23