Open document als PDF

d. de onderverdeling in artikelonderdelen
02.01.01 Actief regulier personeel RWS
Op dit artikelonderdeel worden de kosten van het actief regulier
personeel RWS verantwoord. Raming van deze kosten heeft plaatsgevonden
met behulp van het Systeem Nieuwe Integrale Personeelsbegroting
(SNIP).
Binnen Rijkswaterstaat heeft recent een nadere bezinning plaatsgevonden
op de verhouding tussen het zelf doen van taken en het uitbesteden
daarvan.
Op basis van afgeronde besluitvorming zullen bij de Voorjaarsnota 1996
voorstellen worden gedaan om het personele artikel aan te vullen, waarbij
tegelijkertijd zal worden aangegeven op welke wijze dit kan worden
gecompenseerd.
02.01.02 Overige personeelsuitgaven
Binnen dit artikelonderdeel zijn de volgende personeelsuitgaven
gebracht:
Niet regulier personeel (inclusief stagiaires), werving en selectie,
vorming en opleiding, kinderopvang, andere personeelsuitgaven en
langdurig zieken.
In verband met een sterk in beweging zijnde organisatie is er behoefte
aan een adequaat opleidingsbudget. Aangezien de overige budgetonderdelen
nauwelijks beleidsmatig zijn te beïnvloeden is het benodigde
niveau bereikt door compensatie vanuit hogere ontvangsten op artikelonderdeel
02.01.02.
02.01.03 Materieel
Dit artikel betreft uitgaven die betrekking hebben op de exploitatie van
en investeringen in materiële zaken bij het directoraat-generaal Rijkswaterstaat.
Ten laste van dit artikel komen onder andere de volgende uitgaven:
– algemene uitgaven zoals, dienstkleding, vergader- en representatiekosten,
jubilea;
– reis- en verblijfkosten voor binnen- en buitenlandse dienstreizen;
– bureaukosten, zoals kantoorbenodigdheden, communicatiekosten,
porti, reprografie, drukwerk en literatuur;
– huisvestingskosten, zoals huren en pachten, onderhoud en exploitatie
van gebouwen, terreinen en groenvoorziening, water en energie,
onroerend goed belasting;
– externe dienstverlening, zoals advies- en proceskosten, uitbesteding
van facilitaire taken zoals catering, bewaking en schoonmaak;
– aanschaf van kantoormachines, vervoermiddelen en meubilair;
– onderhoud, exploitatie en lease van kantoormachines, vervoermiddelen;
– specifieke uitgaven, zoals vliegkosten van de Meetkundigedienst,
chemicaliën en hulpmiddelen voor laboratoria en
– verhuis- en fusiekosten, incidentele investeringen bij herhuisvesting
en fysieke verhuiskosten.
De definitie van dit artikel is sinds 1992 vrijwel gelijk gebleven. Wel zijn
in deze periode de uitgaven verschoven. De organisatie heeft een
hogere dichtheid van geautomatiseerde apparatuur gekregen en de
telecommunicatie middelen zijn verbreed. Naast de aanschaf heeft dit
ook consequenties in de sfeer van exploitatie en onderhoud.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 hoofdstuk XII, nr. 2 97