Open document als PDF

03 OPENBAAR VERVOER EN GOEDERENVERVOER
Op dit beleidsterrein worden de uitgaven opgenomen die betrekking
hebben op exploitatiebijdragen voor het collectief personenvervoer en
uitgaven voor onderzoek, ontwikkeling en stimulering op het gebied van
bereikbaarheidsbevordering en mobiliteitsgeleiding voor collectief
personenvervoer, individueel personenverkeer en goederenvervoer.
De uitgaven met betrekking tot aanleg en instandhouding van
infrastructuur zijn – zowel ten behoeve van personenverkeer als van
goederenvervoer – in het Infrastructuurfonds opgenomen.
De begroting 1996 is voor het stads- en streekvervoer gebaseerd op de
in 1993 ingevoerde Rijksbijdrage-systematiek. Overeenkomstig het
gestelde in de Wet Personenvervoer kenmerkt deze systematiek zich door
een directe relatie tussen de vraag naar openbaar vervoer en de hoogte
van de rijksbijdrage. De afspraken in het kader van de begrotingsvoorbereiding
1996 leiden tot beperking van de subsidies op de exploitatiekosten
van het stads- en streekvervoer. Gestreefd wordt naar een
kostendekkingsgraad van tenminste 50% in 2004.
In deze begroting is nadere uitwerking gegeven aan de invoering van de
besluiten die de Tweede Kamer heeft goedgekeurd naar aanleiding van
het kabinetsbesluit met betrekking tot de adviezen van de commissie
Wijffels. Deze besluiten werken door in het contract voor het reizigersvervoer,
het capaciteitsmanagement van de NS, de toerekening van
infrastructuurkosten en de kapitaaldotatie voor het goederenvervoer van
NS. Om het inzicht in deze veranderingen te vergroten is er voor gekozen
een apart begrotingsartikel te creëren.
Zowel bij het personen- als bij het goederenvervoer gaat het streven
naar optimalisering van bereikbaarheid en mobiliteit gepaard met het
streven naar een efficiënte, milieuvriendelijke en veilige manier van
transport.
Op een drietal punten is de indeling van dit beleidsterrein veranderd ten
opzichte van vorig jaar:
1. De uitgaven voor onderzoek, bereikbaarheidsbevorderende en
mobiliteitsgeleidende maatregelen (B&M) en voorlichting waren
verspreid over een viertal begrotingsartikelen. Omdat zo een diffuus
beeld werd gepresenteerd naar de Tweede Kamer, zijn de betreffende
onderwerpen opnieuw ingedeeld. Nu staan op artikel 03.02
alle onderzoeksactiviteiten, op artikel 03.04 alle voorlichtingsactiviteiten
en op artikel 03.18 alle B&M-activiteiten. Op deze wijze
wordt een eenduidig inzicht gegeven zonder dat de consistente
begrotingsopbouw wordt aangetast.
2. De uitgaven die voortvloeien uit het overgangscontract dat met de
NS is afgesloten op 29 juni 1995 en de kosten voor het capaciteitsmanagement
zijn ondergebracht in een nieuw begrotingsartikel
03.19.
3. Binnen het artikel 03.10 Bijdragen openbaar vervoer is, gelet op de
bekostiging aan de kaderwetgebieden, een reallocatie tussen de
artikelonderdelen 01, 02 en 03 doorgevoerd.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 hoofdstuk XII, nr. 2 172