Open document als PDF

Indien de Minister echter van mening is dat de concept-dienstregeling
een lacune vertoont die maatschappelijk gezien onacceptabel is, kan de
Minister aan de streekvervoerbedrijven voorschrijven op welke wijze de
dienstregeling dient te worden aangepast (artikel 4 van de Wet personenvervoer).
Deze bevoegdheid beperkt zich tot het interlokale vervoer dat
niet is overgeheveld naar de Kaderwetgebieden.
03.10.04 NS-personenvervoer
Tot en met 1995 werden op dit artikelonderdeel de bijdragen op grond
van de Financiële bijdrage Openbaar Railvervoer (FOR) aan de N.V.
Nederlandse Spoorwegen opgenomen. Deze bijdrage werd verstrekt op
basis van de per 1 juli 1992 afgesloten Exploitatie Overeenkomst tussen
het Rijk en de NS. Deze overeenkomst vervangt de Nadere Regeling
VRONS. Hiermee is invulling gegeven aan de EG- Verordening Nr 1893/91
welke vermeldt dat de door het Rijk aan de NS opgelegde openbare
dienstverplichtingen moeten vervallen en dat afspraken inzake de
openbare dienst en de financiële bijdrage daarvoor in een contract
moeten worden opgenomen.
In de begroting 1996 zijn de besluiten met betrekking tot het kabinetsstandpunt
over de adviezen van de commissie Wijffels die de Tweede
Kamer heeft goedgekeurd opgenomen. Daartoe is met ingang van 1996
een afzonderlijk artikel voor bijdragen aan de NS gecreëerd (artikel 03.19).
03.10.05 Capaciteitsmanagement
In het kader van de met de NS gesloten contracten zijn de uitgaven voor
het Capaciteitsmanagement met ingang van 1996 op een afzonderlijk
artikel geplaatst (03.19).
03.10.06 Contractsector
De generieke betrokkenheid van de Rijksoverheid bij de exploitatie van
spoorvervoer wordt gefaseerd beëindigd (zie artikelonderdeel 03.19.02). In
het kabinetsstandpunt Wijffels is voorzien dat het uit maatschappelijke en
sociale overwegingen noodzakelijk zal zijn om structureel onrendabele
(spoor)voorzieningen door middel van specifieke financiële bijdragen
door de Rijksoverheid te handhaven. Vooralsnog wordt voor de hoogte
van het totaal aan specifieke exploitatiebijdragen gerekend met een
oplopend reeks van f 10 mln in 1996 tot f 80 mln in 2000. In principe zullen
deze aanvullende contracten na een openbare aanbesteding worden
afgesloten. Naast de NS zullen ook andere vervoerders spoorvoorzieningen
kunnen gaan exploiteren.
03.10.07 Investeringsimpuls stads- en streekvervoer
Het kabinet heeft in het kabinetsstandpunt van de Auditcommissie
Stads- en streekvervoer (Commissie De Boer) (Tweede Kamer, vergaderjaar
1994–1995, 23465, nr. 3) aan de Tweede Kamer voorgesteld een extra
investeringsimpuls in het stads- en streekvervoer tot stand te brengen
van f 1 mrd. Van de betrokken regionale overheden wordt een eigen
bijdrage van 10% verwacht. De extra investeringsimpuls wordt gefinancierd
uit de exploitatieartikelen van het stads- en streekvervoer (03.10
onderdelen 01, 02 en 03). Av fonds perdu financiering heeft daarbij de
voorkeur, maar waar daarvoor onvoldoende ruimte is, wil het kabinet dit
doen via een vergoeding van de kapitaallasten. De extra investeringsimpuls
bestrijkt de periode 1996–2000.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 hoofdstuk XII, nr. 2 186