Open document als PDF

De Raad voor het Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO) adviseert de
regering over het te voeren beleid ten aanzien van het milieu- en
natuuronderzoek. Deze adviezen zijn voor de Rijkswaterstaat van belang
omdat de werkzaamheden van de raad zich ondermeer uitstrekken tot het
waterbeheer en milieuaspecten van verkeer en vervoer. In verband
hiermee is overeengekomen dat Rijkswaterstaat 25% van de kosten zal
dragen, zijnde f 0,4 miljoen per jaar.
Gespecificeerd ziet dit artikelonderdeel er in 1996 als volgt uit: (x f 1 000)
Internationaal overleg 911
Stichting buisleidingenstraat 1 123
Kad. kosten Unie van Waterschappen 3 400
RMNO 400
Overigen (o.a. BCRS) 2 617
Totaal 8 451
02.03.04 Programma Samenwerking Oost-Europa en Azië
Het betreft hier co-financiering van projecten zoals feasibility studies,
onderzoekprogramma’s en andere vormen van uitwerking van afspraken
op het niveau van regeringen, zowel in landen van Midden- en Oost-
Europa als in landen in Azië. Veelal ligt de basis van deze activiteiten in
een zgn. Memorandum of Understanding (MOU) vast, afgesloten door
betrokken ministeries in bilateraal kader.
Eenmaal per jaar informeert de Minister van Buitenlandse Zaken de
ministerraad en de Tweede Kamer over de voortgang van het Nederlandse
hulpbeleid voor Oost-Europa. De projecten die door tussenkomst
van Verkeer en Waterstaat zijn uitgevoerd worden hierin meegenomen.
De coördinatie van het algehele Nederlandse hulpbeleid voor Oost-
Europa berust bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het bilaterale
hulpbeleid waaronder het Programma Samenwerking Oost-Europa (PSO)
ressorteert wordt gesubcoördineerd door de Staatssecretaris van
Economische Zaken. Met ingang van 1 januari 1994 is de uitvoering van
het bilaterale hulpbeleid aangepast. Niet langer worden gelden voor de
uitvoering van projecten in Oost-Europa naar de betreffende ministeries
overgemaakt. Uitvoering van gehonoreerde projecten vindt sinds 1
januari 1994 plaats via SENTER. De bijbehorende budgetten worden sinds
die datum dan ook bij SENTER geplaatst. Gehonoreerde projecten op het
beleidsterrein van Rijkswaterstaat van vóór 1994 met een doorlooptijd tot
in 1996 zijn nog wel onder dit artikel opgenomen.
Tevens worden onder dit artikel de projecten opgenomen die uit de
middelen voor Midden-en Oost-Europa van het ministerie in de loop van
het jaar aan Rijkswaterstaat worden toegekend.
De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1000) en de economische en de functionele
codering
Artikelonderdeel Verplichtingen Uitgaven Codering
1994 1995 1996 1994 1995 1996 econ. funct.
02.03.01 Automatisering 54 728 45 278 44 103 57 986 45 797 44 402 74.2 12.9
02.03.02 Vaartuigen 1 689 17 046 5 880 6 197 10 307 11 076 74.1 12.9
02.03.03 Ov. spec. uitgaven 7 369 6 851 8 451 8 105 8 851 8 451 12.1 12.9
02.03.04 PSO 1 541 200 4 476 1 799 31.3 12.9
Totaal 65 327 69 375 58 434 76 764 66 754 63 929
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 hoofdstuk XII, nr. 2 102