Open document als PDF

* de interorganisationele elektronische post tussen de verschillende
V&W-onderdelen op basis van de X.400 standaard;
* het bieden van toegang tot V&W brede informatiesystemen;
* de toegang tot netwerken van derden zoals het Internet. Dit maakt
elektronische communicatie met andere overheden, het bedrijfsleven en
de onderzoekswereld mogelijk.
De exploitatie en het beheer van het V&W-net is tot 1 januari 1998
uitbesteed aan een netwerkdienstenleverancier. In 1995 wordt gestart met
de voorbereiding van een Europese aanbestedingsprocedure om te
verzekeren dat V&W ook na genoemde datum de beschikking heeft over
een adequaat communicatienetwerk. Waar mogelijk zoekt V&W naar
mogelijkheden voor interdepartementale samenwerking op dit terrein en
kostenreductie.
Komend jaar worden diverse projecten ter hand genomen om het
V&W-net te vervolmaken zoals:
* koppeling van het V&W-net met het landelijke draadloze netwerk van
V&W;
* integratie van spraak en gegevensverkeer;
* volledige invoering van E-mail met bijbehorende elektronische
adressengids;
* invoering van videoconferencing en multimedia toepassingen.
Bij de uitvoering van deze projecten staat niet de techniek centraal maar
het streven naar een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering alsmede het
verlenen van elektronische diensten aan de samenleving.
2.3. Documentaire informatievoorziening
Het is gebleken dat met de toegenomen technische mogelijkheden voor
elektronische informatie-uitwisseling een sterke behoefte is ontstaan aan
overkoepelende afspraken en procedures, en een goede organisatorische
inbedding. Daarnaast zien we dat er met betrekking tot de vastlegging en
presentatie van informatie allerlei technische ontwikkelingen (MultiMediatechnieken)
zijn, die binnen het ministerie nadere afspraken over de
toepassing ervan noodzakelijk maken.
V&W richt zich daarom thans nadrukkelijker dan voorheen op de
(documentaire) informatievoorziening. In dit verband is inmiddels reeds
een Procedurehandboek Elektronische Post (PEP) verschenen. Dit
handboek bevat alle procedures die van toepassing zijn op het gebruik
van e-mail voor niet-formele post.
In vervolg op het handboek is een kort, verkennend, onderzoek gestart
dat inzicht moet verschaffen in de eisen en (rand)voorwaarden waaraan
binnen het ministerie voldaan moet worden om op verantwoorde wijze
(formele en niet-formele) elektronische post breedschalig als alternatief
voor papieren post mogelijk te maken.
Om e-mail te kunnen toepassen voor interne formele post is op
voorhand reeds vast te stellen dat voor aspecten als registratie, ontsluiting,
archivering en parafering de nodige procedurele maatregelen
getroffen moeten worden. Onderzocht wordt in hoeverre de informatietechnologie
een rol kan spelen bij de opzet en uitvoering van deze
procedures.
Externe informatieverstrekking komt onder invloed van zowel maatschappelijke
als technische ontwikkelingen steeds nadrukkelijker in beeld.
Aan het optimaal laten verlopen van deze informatiestromen zijn echter
nogal wat haken en ogen verbonden. Naast techniek en de informatie
(gegevens) zelf spelen hierbij wettelijk/juridische en financieel/
economische aspecten een rol. Zaken die hierbij aan de orde komen zijn
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 hoofdstuk XII, nr. 3 6