Open document als PDF

ceerd. De watersnood in de stroomgebieden van Maas en Rijn, begin
1995, heeft bovendien een bewustwordingsproces op gang gezet: de
meest betrokken landen hebben in Arles uitgesproken dat gezamenlijke
actie nodig is om in het gehele stroomgebied preventieve maatregelen te
nemen tegen toekomstige wateroverlast. De Europese Commissie heeft
inmiddels een nieuw communautair initiatief in het vooruitzicht gesteld
als bijdrage aan oplossingen voor deze problematiek.
Vooruitlopend op de herziening van de Rijnverdragen van 1963 en 1976
is begin 1995 door de Internationale Rijncommissie een werkgroep
ingesteld om zich te buigen over de bescherming tegen hoogwater.
Voor de Waddenzee wordt een internationaal managementplan
voorbereid.
Voor de bescherming van de zeeën wordt gewerkt aan een integrale
herziening van de wereldwijde Londen Conventie 1972. Voor het overige
blijven de uitvoering van eerder gemaakte afspraken en de ministersconferenties
belangrijk. UNEP ontwikkelt een mondiaal programma ter
bescherming van het mariene milieu tegen schadelijke activiteiten op het
land.
De EU bezint zich op een fundamentele herziening van de bestaande
waterrichtlijnen. Deze richtlijnen dateren voor een groot deel uit de jaren
’70 en worden door de lidstaten ervaren als log, bureaucratisch en weinig
samenhangend en toegankelijk. Rond het commissievoorstel inzake de
ecologische kwaliteit van het water vindt een mede door Nederland
aangezwengelde discussie plaats over de wenselijke structuur en inhoud
van deze richtlijnen, rekening houdend met het subsidiariteitsbeginsel.
4.2.2. Beleidslijn 1996–2000
Rijn
Deze jaren zullen voor de Rijn in het teken staan van de uitvoering van
de derde fase van het Rijn Actie Plan (RAP). Bij de bestrijding van de
verontreiniging zullen die stoffen centraal moeten staan waarvoor de
nagestreefde kwaliteitsdoelen in 1992 nog niet voor de gehele loop van de
Rijn waren bereikt. Verder zullen inrichtingsmaatregelen en de bouw van
vistrappen voor het ecologisch herstel een belangrijke plaats krijgen.
Tenslotte wordt een programma opgesteld om hoogwater te voorkomen
en ook met het uitvoeren van dit programma zal vóór 2000 begonnen
worden.
Noordzee
De uitvoering van de besluiten van de vierde Noordzeeministerconferentie
zal vooral aandacht krijgen. Het gaat om zaken als:
– verstoring van het ecosysteem, o.a. door de visserij;
– vermindering van verontreiniging met (nieuwe) gevaarlijke stoffen;
– de nutriëntenproblematiek;
– verontreiniging door de scheepvaart en
– bescherming van soorten en habitats.
Maas en Schelde
In mei 1995 zijn de Internationale Maascommissie en de Internationale
Scheldecommissie en hun werkgroepen op voorlopige basis geïnstalleerd.
Het zal nog veel tijd en moeite kosten door middel van inventarisaties
(meetprogramma’s, lozingen, alarmsystemen, veiligheid enz.) en
verkennende besprekingen een basis te leggen voor de inhoudelijke
samenwerking bij de sanering van Maas en Schelde. Gestreefd wordt naar
het geleidelijk opvoeren van de activiteiten van deze commissies, waarbij
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 hoofdstuk XII, nr. 2 43