Open document als PDF

ad 1 Gezien het beleidsmatige karakter van de post rampenbestrijding
is deze post van het kustwachtcentrum door de directie Scheepvaartverkeer
overgenomen (zie ook artikel 05.20).
ad 2 Deze post betreft de invulling van efficiency-verbeteringen bij het
kustwachtcentrum.
ad 3 Deze mutatie betreft herschikking van in dit artikel opgenomen
posten ten behoeve van de definitieve invulling en inpassing
elders in de begroting van DGSM. Deze herschikking is mogelijk
geworden doordat uit onderzoek is gebleken dat enige voorgenomen
investeringen vooralsnog achterwege kunnen blijven (zoals
marifoon-/peilnet tweede fase). De vrijgekomen middelen worden
grotendeels aangewend voor het nieuwe zeescheepvaartbeleid
(f 4 mln).
ad 4 Op dit artikel vult DGSM de taakstelling voor externe dienstverlening
uit het regeeraccoord in. De invulling heeft plaatsgevonden
door middel van beëindiging van de inhuur van operators voor het
nood-, spoed- en veiligheidsverkeer.
ad 5 Dit betreft de overboeking van de op de exploitatie betrekking
hebbende budgetten in verband met de overdracht van het
kustwachtcentrum aan het Ministerie van Defensie/Koninklijke
marine.
ad 6 Dit betreft de overboeking van investeringsposten naar artikel
05.10; deze investeringsposten hebben met name betrekking op de
verkeersregelende taken van DGSM in het kustwachtsamenwerkingsverband,
zowel in het KWC als elders in Nederland.
d. de onderverdeling in artikelonderdelen
Dit artikel kent geen onderverdeling. De economische en functionele
classificaties zijn respectievelijk 12 en 12.34.
Voorwaarden scheppen
05.30 Maritieme politiek
a. het te voeren beleid en de grondslag van het artikel
In dit artikel zijn geraamd:
– verplichtingen en uitgaven voor het lidmaatschap van de Internationale
Maritieme Organisatie (IMO);
– bijdragen aan diverse nationale organisaties en
– diverse uitgaven in het kader van de ontwikkeling van het maritiem
beleid, zoals bijdragen aan internationale organisaties, technische
samenwerking met ontwikkelingslanden, vertalingen etc.
Alle verplichtingen en uitgaven in dit artikel zijn gericht op de behartiging
van de politieke, economische en sociale belangen van de Nederlandse
maritieme sector in nationaal en internationaal verband.
Het beleid is gericht enerzijds op de instandhouding van een
concurrentiekrachtige vloot onder Nederlandse vlag, die op haar beurt
een bijdrage levert aan het behoud van een adequaat maritieme infrastructuur
en anderzijds op een versterking van de concurrentiepositie van
de Nederlandse zeehavens.
In lijn met het streven naar het behoud van een eigen vloot pleit
Nederland in de internationale organen voor het indammen van ladingsreservering
en protectionisme.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 hoofdstuk XII, nr. 2 256