Open document als PDF

Verplichtingen en uitgaven inzake premies in het kader van deze steunmaatregelen
geschieden in het kader van de Wet Stimulering Zeescheepvaart
(WSZ). Daarnaast wordt jaarlijks een bedrag van f 90 mln in
de vorm van fiscale faciliteiten in de loonbelastingsfeer uitgetrokken.
In het kader van het nieuwe zeescheepvaartbeleid zijn – naast de fiscale
stimulansen die in de begroting van Financiën zijn verwerkt – gelden
uitgetrokken voor de verbetering van de maritieme kennis- en
technologie-infrastructuur (onderwijs, onderzoek, telematica en informatisering).
05.31.02 Stimulering kennisinfrastructuur
Met de in dit artikelonderdeel geraamde verplichtingen en uitgaven
wordt bijgedragen aan de instandhouding van de kennisinfrastructuur van
en voor de maritieme sector, waarmee het gehele scala van onderzoek op
het gebied van de zeescheepvaart wordt afgedekt. De bijdragen zijn voorts
bedoeld als ondersteuning voor onderzoek naar hoogwaardige
bedrijfsmiddelen en -processen om daarmee de maritieme sector in staat
te stellen de concurrentie uit landen met lagere kostenniveaus het hoofd
te kunnen bieden.
De onderverdeling naar artikelonderdelen van de verplichtingen en uitgaven (x f 1 000) en de economische en de
functionele codering
Artikelonderdeel Verplichtingen Uitgaven Codering
1994 1995 1996 1994 1995 1996 econ. funct.
05.31.01 Steunverlening zeesch. 35 713 31 649 7 141 68 541 44 458 15 748 41.4 12.301
05.31.02 Stim. kennisinfrastr. 1 769 6 566 5 792 1 769 6 566 5 792 12.1 12.301
Totaal 37 482 38 215 12 933 70 310 51 024 21 540
05.32 Zeehavenontwikkeling
a. het te voeren beleid en de grondslag van het artikel
Op dit artikel worden de rijksbijdragen verantwoord inzake zeehavenprojecten.
Deze vorm van medefinanciering door het Rijk vloeit voort uit
de in het Regeeraccoord vastgelegde intentie ter versterking van de
economische infrastructuur en is nader uitgewerkt in de nota Zeehavenbeleid.
Het betreft met name rijksbijdragen als onderdeel van de gezamenlijke
aanpak met lagere overheden en het bedrijfsleven in door de Nationale
Havenraad voorgedragen haven(interne) projecten.
Bij de bepaling van de omvang van de rijksbijdrage worden de
volgende criteria gehanteerd:
– het moeten structuurversterkende projecten betreffen van nationale
betekenis;
– de projecten leveren een belangrijke positieve bijdrage aan de
duurzame ontwikkeling van de betrokken havenomgeving en aan de
in deze omgeving bestaande werkgelegenheid;
– projecten moeten sporen met het Integraal Verkeer- en Vervoerbeleid
(IVV);
– Voor de periode 1996–1999 zal 60 mln. worden ingezet in het kader
van het Actieplan Stadseconomie van het Grote Stedenbeleid binnen
de stedelijke gebieden van Amsterdam en Rotterdam. De overige 60
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 hoofdstuk XII, nr. 2 261