Open document als PDF

Overzicht risico-ontwikkeling (x f 1000) met betrekking tot garantieovereenkomsten van het Rijk
1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000
Garantieplafond uitstaand risico
per 1 januari 0 850 850 850 850 850 850
verleende of te verlenen
garanties 850
uitstaand risico per 31 december 850 850 850 850 850 850 850
04.12.06 Garantie Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Geneeskundig
Centrum f 4,65 mln
Dit betreft de garantie tot uiterlijk 1 januari 1998 voor de wachtgeldregeling
voor het personeel van de Stichting Nationaal Lucht- en Ruimtevaart
Geneeskundig Centrum (NLRGC), dat per 31 december 1993 in dienst was.
Deze garantstelling is verleend in samenwerking met het Ministerie van
Defensie, ieder voor de helft, en zal worden aangesproken ingeval van
faillissement. De garantie is, rekening houdend met een verwachte
uitkering van 75 % van de salariskosten, opgenomen voor f 4,65 mln.
Overzicht risico-ontwikkeling (x f 1000) met betrekking tot garantieovereenkomsten van het Rijk
1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000
Garantieplafond uitstaand risico
per 1 januari 0 4 650 4 650 4 650
vervallen of te vervallen
garanties 4 650
verleende of te verlenen
garanties 4 650
uitstaand risico per 31 december 4 650 4 650 4 650 0
Voor alle artikelonderdelen bedraagt de economische en functionele
classificatie respectievelijk 81.1 en 12.4.
Veiligheid in verkeer en vervoer
04.20 Veiligheid en toezicht op het gebied van de luchtvaart
a. het te voeren beleid en de grondslag van het artikel
Het beleid is er op gericht om in het licht van de ontwikkelingen in de
luchtvaart toezichthoudende taken uit te voeren ter handhaving van het
veiligheidsniveau en de milieunormen zowel in de lucht als op luchthavens.
De wettelijke grondslag van dit artikel berust bij de luchtvaartwet met
verwijzing naar het besluit delegatie bevoegdheid luchtvaartwet,
staatsblad 12-1984.
De met de uit te voeren taken verband houdende ontvangsten worden
op het overeenkomstige ontvangstenartikel verantwoord.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 hoofdstuk XII, nr. 2 228