Open document als PDF

De ramp met de Estonia heeft tot gevolg dat de international safety
management code versneld wordt ingevoerd voor passagiersschepen en
ro-ro-ferry’s in EU-wateren. Daarnaast zal op het gebied van veiligheidsmaatregelen
op zee het EU-actieprogramma «A common Policy for Safe
Seas» verder worden uitgevoerd.
De Europese Commissie heeft aangekondigd in 1995–1996 te zullen
komen met een strategisch document voor maritiem vervoer. Vooralsnog
is onduidelijk welke concrete voorstellen daaruit zullen voortvloeien.
Verwacht mag worden, dat de lijn die in het actieprogramma «A Common
Policy for Safe Seas» is ingezet, zal worden voortgezet voor wat betreft de
voorgenomen veiligheidsmaatregelen.
Shortsea shipping staat hoog op de Europese agenda. Mede dankzij het
door de Europese Commissie ingestelde Maritime Industries Forum zijn
reëele vorderingen gemaakt met het verbeteren van de positie van de
shortsea sector.
Tevens is het project 2000-short van het Gemeentelijk Havenbedrijf
Rotterdam op de Christoffersen lijst (zoals goedgekeurd en opgenomen in
de conclusies van de Europese Raad te Essen, december 1994) geplaatst.
Dit project behelst de herstructurering van havens in het Eem-/
Waalhavengebied tot een aantal geïntegreerde terminals specifiek voor
shortsea vervoer.
Zeescheepvaart
De beleidsvoornemens in de nota Zeescheepvaartbeleid richten zich op
het aantrekkelijker maken van:
– Nederland als vestigingsland voor zeescheepvaartondernemingen;
– het varen onder Nederlandse vlag en
– het varen met Nederlandse zeevarenden.
In de nota wordt, voor het verbeteren van het fiscale vestigingsklimaat
van zeescheepvaartondernemingen in Nederland, voorgesteld om in de
winstbelasting, naast het (verbeterde) bestaande systeem, een keuzemogelijkheid
te creëren voor het vaststellen van de winstgrondslag aan de
hand van het door de onderneming geëxploiteerde tonnage. Naast deze
kostenreductie worden er in de nota ook maatregelen voorgesteld die
moeten leiden tot een kwalitatieve verbetering van de maritieme
infrastructuur. De voorgestelde maatregelen op het gebied van het
maritieme onderwijs en onderzoek moeten een kwalitatief aantrekkelijker
klimaat creëren. Relevante kennis en kunde voor zeescheepvaartondernemingen
moeten in Nederland op niveau worden aangeboden. Een
verbeterde afstemming van het nautisch onderwijs op de (toekomstige)
behoefte van de markt is daarbij noodzakelijk.
Om het varen onder Nederlandse vlag aantrekkelijker te maken is
voorgesteld om de condities, verbonden aan het varen onder Nederlandse
vlag, aan te passen aan de eisen van de markt. Dit natuurlijk met
inachtneming van de verantwoordelijkheid van de overheid met betrekking
tot veiligheid en milieu.
Naast een herevaluatie van de bestaande veiligheidsregelgeving gaat
het daarbij vooral om het flexibiliseren van de bemanningsregelgeving.
Daarbij zal alleen aan de kapitein een nationaliteitseis worden gesteld.
Omdat het varen met Nederlandse zeevarenden van groot belang is
voor een gezonde ontwikkeling van de Nederlandse zeescheepvaartsector
wordt, naast de bovengenoemde kwalitatieve maatregelen, een verdere
verlaging van de arbeidskosten voorgesteld door een verdubbeling van de
fiscale faciliteit voor zeevarenden.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 hoofdstuk XII, nr. 2 33