Open document als PDF

voor communicatie, maar ook voor de aardobservatie. Het KNMI zal ook
in de toekomst als coördinator optreden voor de deelname aan
ruimtevaartprogramma’s voor aardobservatie. Het KNMI behartigt niet
alleen de belangen van het eigen departement, maar coördineert op het
gebied van aardobservatie ook de samenwerking tussen de ministeries
die meefinancieren.
De Nederlandse betrokkenheid bij de ruimtevaart richt zich met name
op de veelzijdige mogelijkheden die aardobservatie biedt. Toepassingsmogelijkheden
die van praktische betekenis zijn voor de operationele
meteorologie, waterbeheer en voor het onderzoek naar klimaat en milieu.
Redenen voor Verkeer en Waterstaat om een aanzienlijke financiële
bijdrage aan het Europese aardobservatieprogramma te leveren.
Door gewijzigde financiële prioriteitstelling binnen enkele departementen
zal een aanpassing van het Nederlandse aardobservatiebeleid nodig
zijn. Internationaal overleg eind 1995 zal resulteren in een nieuw Europees
aardobservatiebeleid tot na het jaar 2000.
Via het Europese Ruimte Agentschap (ESA) en de Europese organisatie
voor de exploitatie van weersatellieten (EUMETSAT) is Nederland partner
in een Europees programma voor aardobservatie. Binnen het Europese
aardobservatieprogramma is Verkeer en Waterstaat verantwoordelijk voor
het Nederlandse aandeel in de infrastructuur en voor het beheer en
gebruik van de gegevens die ter beschikking komen. Het Nederlandse
aandeel wordt ontwikkeld in het kader van het Plan Gebruikersondersteuning.
7. RIJKSDIENST VOOR HET WEGVERKEER
7.1. Huidige ontwikkelingen
Op 15 november 1994 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het
wetsontwerp dat de verzelfstandiging van de Rijksdienst voor het
Wegverkeer (RDW) regelt tot een zelfstandig bestuursorgaan met
rechtspersoonlijkheid. De RDW heeft al enige jaren grote inspanning
geleverd om zich voor te bereiden op verzelfstandiging. Centraal stond en
staat hierbij het duurzaam op orde brengen van het financieel beheer. De
verwachting is dat de datum van verzelfstandiging wordt opgeschoven
naar de eerste helft van 1996, waardoor de RDW het komende jaar nog in
de rijksbegroting wordt opgenomen.
De RDW blijft ook na de verzelfstandiging als overheidsorgaan de
wettelijke taken uitvoeren. Vanwege de aard van het merendeel van deze
taken behoudt de RDW voor deze taken een monopoliepositie. Er zijn
overigens ook taken van de RDW waarvoor er in Nederland geen sprake is
van concurrentie maar waarvoor er wel concurrentie bestaat met
overheidsinstellingen in andere EU-landen aangezien documenten op
basis van EU-regelgeving afgegeven in alle EU-landen moeten worden
erkend. Het gaat hierbij om Europese typegoedkeuring van voertuigen en
onderdelen daarvan.
7.2. Beleidslijn 1996–2000
De verwachting is dat de werkzaamheden voor burgers, bedrijfsleven en
overheidsinstanties op diverse niveaus in de toekomst zullen toenemen.
Externe ontwikkelingen zoals het internationaler worden van de informatiestromen,
het groeiende wagenpark, het in werking treden van de
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 hoofdstuk XII, nr. 2 53