Rapport - Bijwerkingen van herstructureringsoperaties - KKS
Rapport - Bijwerkingen van herstructureringsoperaties - KKS
Rapport - Bijwerkingen van herstructureringsoperaties - KKS
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5.5 Conclusies<br />
In dit hoofdstuk stonden de kenmerken <strong>van</strong> de nieuwe woning en buurt centraal. Er<br />
is gekeken of en wanneer herhuisvestingsurgenten naar woningen en buurten met<br />
gunstigere kenmerken zijn verhuisd. Wat betreft de woning hebben we ons op twee<br />
kenmerken <strong>van</strong> woningkwaliteit gericht. Te weten, het woningtype (een eengezinswoning<br />
is beter dan een meergezinswoning) en het aantal kamers (hoe meer kamers<br />
hoe beter). Op beide vlakken blijken herhuisvestingsurgenten er gemiddeld genomen<br />
inderdaad iets op vooruit te gaan. De kansen hierop verschillen wel. Zo verhuizen<br />
urgenten in Den Haag, Groningen en Rotterdam wat minder vaak <strong>van</strong> meergezins-<br />
naar eengezinswoningen dan in Ede. Dit zal komen doordat Ede relatief het grootste<br />
aanbod eengezinswoningen kent. Ook verhuizen ouderen en alleenstaanden minder<br />
vaak naar eengezinswoningen. Zij hebben waarschijnlijk ook het minste behoefte aan<br />
de ruimte die een eengezinswoning biedt. Wat betreft het aantal kamers zien we dat<br />
men in Groningen vaker naar woningen met meer kamers verhuist dan in Ede. Verder<br />
blijkt de kans om naar een woning met meer kamers te verhuizen juist kleiner als men<br />
ouder is of wanneer men langer in de sloopwoning heeft gewoond.<br />
Als we naar de buurtkeuze <strong>van</strong> herhuisvestingsurgenten kijken, zien we allereerst dat<br />
de keuze om binnen de buurt te verhuizen sterk verschilt tussen steden (tussen de 15%<br />
en 43% verhuist binnen de buurt) en onderzoeksbuurten (tussen de 0% en 57% verhuist<br />
binnen de buurt). Als men buiten de buurt verhuist, betreft dit vaak, maar lang<br />
niet altijd, een nabijgelegen buurt. Verder blijken de buurtkenmerken <strong>van</strong> de nieuwe<br />
buurten vaak sterk te lijken op die <strong>van</strong> de vertrekbuurten. Herhuisvestingsurgenten<br />
komen wederom vaak terecht in buurten met een goedkope woningvoorraad, een<br />
gemiddeld lage sociaaleconomische positie en veel niet-westerse allochtonen. Behalve<br />
in Rotterdam, heeft de nieuwe buurt gemiddeld genomen wel een net iets hogere sociaaleconomische<br />
status dan de oude buurt.<br />
Tot slot hebben we gekeken welke herhuisvestingsurgenten er al dan niet in slagen<br />
naar een buurt met gunstigere buurtkenmerken te verhuizen. De buurtkenmerken<br />
waar we naar gekeken hebben, en die ook in eerder onderzoek vaak worden gebruikt<br />
als indicatoren voor buurtkwaliteit, zijn het gemiddelde inkomen en het aandeel nietwesterse<br />
allochtonen. Gemiddeld genomen blijken herhuisvestingsurgenten zowel<br />
naar rijkere buurten als naar buurten met minder allochtonen te verhuizen. Wel zijn er<br />
verschillen tussen herhuisvestingsurgenten. Zo verhuizen herhuisvestingsurgenten die<br />
alleenstaand zijn minder vaak naar buurten met een hoger inkomen. Daarentegen verhuizen<br />
urgenten die zelf een wat hoger inkomen hebben juist vaker naar buurten met<br />
een hoger inkomen. Wat betreft de kans om naar een buurt met een lager aandeel nietwesterse<br />
allochtonen te verhuizen, zien we dat urgenten uit Ede hier een grotere kans<br />
op hebben dan urgenten uit andere steden.<br />
127 <strong>Bijwerkingen</strong> <strong>van</strong> <strong>herstructureringsoperaties</strong>