Rapport - Bijwerkingen van herstructureringsoperaties - KKS
Rapport - Bijwerkingen van herstructureringsoperaties - KKS
Rapport - Bijwerkingen van herstructureringsoperaties - KKS
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Rotterdam<br />
Groningen<br />
Ede<br />
Den Haag<br />
Breda<br />
7%<br />
17%<br />
14%<br />
13%<br />
24%<br />
34%<br />
20%<br />
23%<br />
31%<br />
0% 20% 40% 60% 80% 100%<br />
Vooruit Gelijk<br />
Figuur 8.1 De ervaren buurtontwikkeling <strong>van</strong> bewoners die een grote instroom <strong>van</strong><br />
herhuisvestingsurgenten ervaren per stad<br />
Bron: Universiteit Utrecht, Enquête buurtontwikkelingen, 2010<br />
onderzoeksbuurten dat het aandeel mensen dat een grote instroom <strong>van</strong> urgenten<br />
ervaart erg laag is (zie Tabel 8.1) Ten tweede hebben bewoners vaak geen correct beeld<br />
<strong>van</strong> de instroom <strong>van</strong> urgenten, omdat het onderscheid met reguliere instromers lastig<br />
valt te maken. Het gevolg is dat bewoners nogal eens een hoge instroom ervaren, terwijl<br />
dat niet blijkt uit de statistieken of omgekeerd.<br />
Als we aan de hand <strong>van</strong> een logistische regressie-analyse rekening houden met de achtergrondkenmerken<br />
<strong>van</strong> bewoners en specifieke ontwikkelingen die zij ervaren in de<br />
buurt, blijft het resultaat overeind dat bewoners die een grote instroom <strong>van</strong> herhuisvestingsurgenten<br />
ervaren, ook negatiever zijn over de ontwikkeling <strong>van</strong> hun buurt<br />
(Zie Tabel 8.3). Daarentegen wordt bevestigd dat het al dan niet wonen in een ont<strong>van</strong>gstbuurt<br />
geen invloed heeft op de kans dat iemand een achteruitgang <strong>van</strong> de buurt<br />
ervaart. Dit geldt ook voor de meeste achtergrondkenmerken. Wel ervaren bewoners<br />
die minder dan vijf jaar in hun huidige buurt wonen minder vaak een verslechtering<br />
<strong>van</strong> de buurt. Dit is een robuust resultaat. We vinden het namelijk bij de bespreking<br />
<strong>van</strong> de resultaten in elk <strong>van</strong> de steden consequent terug (zie Hoofdstuk 7). Het<br />
afwijkende referentiekader <strong>van</strong> nieuwkomers kan dit resultaat verklaren. Doordat zij<br />
buurtontwikkelingen over een kortere periode beoordelen, pakt hun oordeel positiever<br />
uit dan het oordeel <strong>van</strong> bewoners die er al langer zitten. Overigens spreken ook<br />
bewoners in Ede en jongere bewoners zich relatief vaak positief uit over de ontwikkeling<br />
<strong>van</strong> de buurt.<br />
In de lijn der verwachting verkleinen veel ervaren verbeteringen de kans dat men<br />
de buurt achteruit vindt gaan. Verbeteringen met betrekking tot het onderhoud <strong>van</strong><br />
woningen en de openbare ruimte, de omgang tussen bewoners, gezelligheid en verkeersveiligheid,<br />
alsmede afnemende drugsoverlast, <strong>van</strong>dalisme en rommel op straat<br />
hebben een significant effect. De belangrijkste voorspeller <strong>van</strong> de ervaring dat de<br />
buurt achteruit gaat, is echter een afnemende tevredenheid met de bevolkingssamenstelling<br />
(overigens net als bij de analyse op alleen de Rotterdamse dataset in de vorige<br />
paragraaf). Een logische vervolgvraag is dan welke ervaren veranderingen <strong>van</strong> de<br />
254 <strong>Bijwerkingen</strong> <strong>van</strong> <strong>herstructureringsoperaties</strong><br />
75%<br />
63%<br />
64%<br />
56%<br />
59%<br />
Achteruit