Rapport - Bijwerkingen van herstructureringsoperaties - KKS
Rapport - Bijwerkingen van herstructureringsoperaties - KKS
Rapport - Bijwerkingen van herstructureringsoperaties - KKS
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
een forse afname <strong>van</strong> de corporatiekernvoorraad met ongeveer 20.600 woningen (-16<br />
procent). In Den Haag is er een afname <strong>van</strong> ongeveer 8.900 woningen (-13 procent),<br />
terwijl in Breda de kernvoorraad licht is afgenomen. Hierbij dient direct te worden<br />
opgemerkt dat er een sterke relatie is met de uitgangssituatie in de afzonderlijke steden:<br />
ambities ten aanzien <strong>van</strong> de sloop zijn eenvoudiger te realiseren als er veel meer<br />
kernvoorraadwoningen zijn dan (primaire) doelgroephuishoudens.<br />
In Breda was bij aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de herstructurering al duidelijk dat er beperkte speelruimte<br />
was. De primaire doelgroep kwam rond de millenniumwisseling uit op<br />
ongeveer 34 procent <strong>van</strong> het totale aantal huishoudens, terwijl de corporatiekernvoorraad<br />
zeker niet hoger was dan dit percentage. Verder zijn er volgens experts weinig<br />
betaalbare particuliere huurwoningen als ‘overloopoptie’. Daarom zijn bij aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong><br />
de herstructureringsoperatie al afspraken gemaakt over het zogenaamde spiegelbeeldig<br />
bouwen: idealiter zou hierbij voor elke gesloopte woning vooraf al een nieuwe<br />
corporatiewoning op een andere locatie moeten worden gebouwd. In Tabel 2.2 is dit<br />
principe goed terug te zien. Er is in Breda vooral sprake <strong>van</strong> aanvullende nieuwbouw<br />
<strong>van</strong> corporatiewoningen buiten de herstructureringslocaties, terwijl er ook enige<br />
terugbouw op de herstructureringslocaties zelf is geweest.<br />
In Den Haag was er bij de confrontatie tussen de corporatiekernvoorraad en de<br />
primaire doelgroep in 2000 een vergelijkbare situatie als in Breda: het aandeel doelgroep<br />
en corporatiewoningen was vrijwel gelijk. Den Haag zit de huisvesting <strong>van</strong> de<br />
doelgroep in de corporatiesector al bij aan<strong>van</strong>g wat krap, maar er bestaat naast de corporatiesector<br />
ook nog een fors aantal betaalbare particuliere huurwoningen, waar een<br />
deel <strong>van</strong> de primaire doelgroep waarschijnlijk woont. Diverse lokale woningmarktstudies<br />
(bijvoorbeeld Priemus e.a., 1996) illustreren dat de gemeente Den Haag en de<br />
corporaties moesten laveren tussen de herstructurering <strong>van</strong> grote, eenzijdige stadsdelen<br />
enerzijds en het beperken <strong>van</strong> het verlies aan kernvoorraad anderzijds. Voor een<br />
deel kon de gemeente de sloop <strong>van</strong> kernvoorraadwoningen op<strong>van</strong>gen op grote nieuwbouwlocaties<br />
(Ypenburg, Wateringse Veld en Leidschenveen). Tabel 2.2 illustreert dit:<br />
het sloopoverschot in de Haagse herstructureringswijken is fors, maar in de overige<br />
wijken is sprake <strong>van</strong> een (licht) overschot. Per saldo is er sprake <strong>van</strong> een fors negatief<br />
sloopsaldo <strong>van</strong> corporatiewoningen. Tevens heeft de gemeente Den Haag met<br />
succes gepleit voor betere mogelijkheden <strong>van</strong> doelgroephuishoudens om een corporatiewoning<br />
te krijgen in de Haagse regio. Dit komt ook aan de orde in de regionale<br />
prestatie-afspraken (zie paragraaf 2.2.1). Een ander uitvloeisel <strong>van</strong> deze afspraken is<br />
dat de corporatievoorraad op regionaal niveau in absolute zin niet sterk is afgenomen.<br />
Immers, tegenover de afname in Den Haag, Delft en Leidschendam-Voorburg staat<br />
in Zoetermeer en Pijnacker-Nootdorp een toename, vooral door de nieuwbouwtaakstelling<br />
waarin een aandeel corporatiewoningen is opgenomen. Ook in de gemeenten<br />
Wassenaar, Midden-Delfland en Westland is een toename <strong>van</strong> de corporatievoorraad.<br />
In absolute zin is de toename in deze gemeenten klein, maar in relatieve zin is de groei<br />
aanzienlijk.<br />
Rotterdam zat rond de millenniumwisseling al ‘vrij ruim in haar jasje’ voor wat betreft<br />
de verhouding tussen doelgroepen kernvoorraad. Zo was het aandeel doelgroep op het<br />
33 <strong>Bijwerkingen</strong> <strong>van</strong> <strong>herstructureringsoperaties</strong>