23.09.2013 Views

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

9191/1288432.1<br />

Verzoekster werd immers reeds vóór enige uitspraak ten gronde in deze zaak, en a<br />

fortiori vóór de behandeling van deze zaak door Het Hof van Cassatie, uit hoofde van een<br />

beweerde schending van haar beroepsgeheim herhaaldelijk publiek als schuldig<br />

bestempeld door Het Hof van Cassatie, bij monde van de Eerste Voorzitter van Het Hof<br />

van Cassatie, de heer Ghislain Londers.<br />

Zo heeft de heer Londers, nadat hij reeds samen met de toenmalige eerste voorzitter van<br />

het Hof van beroep te Brussel Verzoekster n.a.v. een persconferentie van een schending<br />

van haar beroepsgeheim had beschuldigd, in een noot die hij op 19 december 2008 aan<br />

de toenmalige voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers Herman Van<br />

Rompuy heeft bezorgd, en die vervolgens publiek is bekendgemaakt, onder meer het<br />

volgende gesteld, waarbij hij impliciet maar zeker op Verzoekster doelde (eigen nadruk):<br />

“(…). Het betrof tevens vertrouwelijke informatie die enkel kon verstrekt worden omdat,<br />

zoals blijkt uit de brief van de Eerste Minister van 17 december 2008, een van de<br />

zetelende magistraten van het hof van beroep zijn beroepsgeheim en meer bepaald<br />

het geheim van het beraad klaarblijkelijk had geschonden, feit dat strafbaar is<br />

gesteld overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.<br />

(…).<br />

Het is quasi ondenkbaar dat men zich op de Kanselarij van de Eerste Minister geen<br />

rekenschap heeft gegeven van de ernst van het lekken van door het beroepsgeheim<br />

beschermde informatie en de mogelijke gevolgen hiervan op de verdere afwikkeling van<br />

de Fortis-zaak.<br />

(…).”. 7<br />

Door te stellen dat Verzoekster “klaarblijkelijk” haar beroepsgeheim heeft geschonden,<br />

dat dit ernstige gevolgen heeft gehad en dat dit strafbaar is gesteld, heeft de Eerste<br />

Voorzitter van Het Hof van Cassatie Verzoekster vóór enige definitieve uitspraak van een<br />

onafhankelijke en onpartijdige rechtsinstantie, die op basis van een volledig strafdossier<br />

en met inachtname van alle waarborgen van een strafprocedure zou hebben geoordeeld,<br />

publiekelijk schuldig verklaard aan een - naar eigen zeggen - ernstig misdrijf.<br />

Door het gebruik van voornoemde woorden werd aldus, in de gegeven omstandigheden,<br />

het beeld opgehangen van Verzoekster als een onbetrouwbare persoon die het als<br />

magistraat niet nauw nam met haar beroepsgeheim. Gelet op de impact van de noot van<br />

19 december 2008 is dit beeld van Verzoekster gedurende de ganse procedure en tot op<br />

heden blijven bestaan.<br />

N.a.v. de gebeurtenissen en verklaringen van 17, 18 en 19 december 2008, werd<br />

Verzoekster tevens geschorst. Deze schorsing werd vervolgens systematisch, maand na<br />

maand, verlengd, zulks tot 17 december 2009..<br />

7 Zie stuk 6 bij de regelmatig neergelegde syntheseconclusie van Verzoekster (voor het Hof van beroep te Gent),<br />

alsook aangehaald in de conclusie op pagina’s 22 t.e.m. 27; het stuk bevindt zich derhalve in het dossier van de<br />

rechtspleging, waarop Het Hof van Cassatie vermag acht te slaan.<br />

107

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!