VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
9191/1288432.1<br />
Vooreerst vond die belaging plaats door rechtstreekse contacten met de persoon van<br />
ondergetekende, die erop gericht waren haar te dwingen om, tegen haar wil in, het arrest<br />
te ondertekenen en zulks nadat zij eerst uit het beraad werd geweerd.<br />
234. Uit het feitenrelaas blijkt overduidelijk dat Verzoekster eerst uit het beraad is geweerd<br />
geworden en dat de uiteindelijke tekst van het arrest nooit voordien het voorwerp van<br />
enig beraad heeft gevormd. Anders gesteld, de tekst van het arrest werd door twee<br />
magistraten samengesteld en goed bevonden na de bijeenkomst van 10 december 2008,<br />
doch de drie magistraten van de 18 de kamer hebben nooit beraad over de uiteindelijke<br />
tekst van het arrest gehad.<br />
Er is nooit beraadslaagd met de drie leden van de kamer over de motieven van het arrest<br />
die de juridische grondslag vormen van de uiteindelijk bevolen maatregelen.<br />
Dit blijkt ontegensprekelijk uit de inhoud van het arrest (waarvan de eindformule te elfder<br />
uur, d.i. na de mislukte poging om Verzoekster tot ondertekening te dwingen, nog werd<br />
aangepast) (zie randnummer 58). Voortgaand op het vormelijk resultaat (onafgewerkte<br />
zinnen en redeneringen, talrijke spellingsfouten etc.), moest de heer Eerste voorzitter van<br />
het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS vaststellen dat op het ogenblik dat Verzoekster<br />
van het beraad werd uitgesloten geen ontwerp van arrest voorlag. De tekst die werd<br />
afgeleverd op 12 december 2008 en waarvan valselijk werd beweerd dat die het resultaat<br />
van een 'beraad' met drie magistraten is geweest, toont door zijn vormelijke gebreken het<br />
tegendeel aan. Die tekst is onder manifeste tijdsdruk als een lappendeken<br />
aaneengenaaid, nadat Verzoekster van het beraad was uitgesloten op 10 december 2008.<br />
Kennelijk werd van Verzoekster verwacht dat zij blindelings een arrest zou tekenen, met<br />
dien verstande dat het te ondertekenen arrest daarenboven het verzoek tot heropening<br />
der debatten –waaromtrent nooit enig beraad had plaatsgehad- verwierp. Die werkwijze<br />
strijdt met de meest elementaire regels die de rechtsprekende functie in een rechtsstaat<br />
aanbelangen, maar ze schenden ook artikel 8 van het Verdrag omdat de werkwijze op<br />
minachtende wijze de vaststaande gezondheidstoestand van Verzoekster schond en haar<br />
familiale kring op schandelijke wijze verstoorde.<br />
235. De heer Kamervoorzitter Paul BLONDEEL en de heer Eerste voorzitter van het hof van<br />
beroep van Brussel Guy DELVOIE hebben, in diverse persoonlijke contacten, op<br />
bijzonder intimiderende en dreigende wijze ingepraat op Verzoekster en op haar<br />
gezinsleden, en wel op een manier die met een normale vorm van beraad, zelfs tussen<br />
magistraten met sterk uiteenlopende visies, niets meer te maken had.<br />
De heer Eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel Guy DELVOIE haalde,<br />
zijnerzijds, als korpsoverste van ondergetekende, als dreigend argument het 'imago van<br />
het hof' aan, alsook ‘de belangen van het hof, waarvan hij de hoeder is’. Door aldus, als<br />
hiërarchisch overste van Verzoekster, te handelen, oefende hij op haar onaanvaardbare<br />
morele druk uit teneinde elke juridische reflectie in de kiem te smoren nu, kennelijk<br />
volgens de heer Eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel Guy DELVOIE, het<br />
recht voor het ‘imago van zijn hof’ moet wijken.<br />
153