23.09.2013 Views

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

9191/1288432.1<br />

De minister van justitie verwachtte –zo bleek later- een rapport van de procureur generaal<br />

bij het hof van beroep van Brussel over de totstandkoming van het arrest van 12<br />

december 2008. De procureur generaal bij het hof van beroep beschikt krachtens artikel<br />

140 van het gerechtelijk wetboek (“Het openbaar ministerie waakt voor de regelmatigheid<br />

van de dienst van de hoven en rechtbanken”.) over de bevoegdheid om op de<br />

regelmatigheid van de dienst van het hof van beroep waaraan hij is verbonden (in casu<br />

Brussel), toe te zien.<br />

Het rapport dat de minister van justitie van de procureur generaal van Brussel verwachtte,<br />

houdt verband met de uitoefening van de wettelijke bevoegdheden van de minister van<br />

justitie in de Belgische rechtsorde. De minister van justitie beschikt in het Belgische recht<br />

overeenkomstig artikel 1088 van het gerechtelijk wetboek immers over de bevoegdheid<br />

om aan de procureur generaal bij het Hof van Cassatie injunctie te geven om<br />

cassatieberoep aan te tekenen tegen uitspraken die de wet hebben geschonden.<br />

Artikel 1088 van het gerechtelijk wetboek bepaalt:<br />

De handelingen waarbij de rechters en de ambtenaren van het openbaar ministerie,<br />

alsmede de tuchtoverheid van de openbare en ministeriële ambtenaren of van de balie<br />

hun bevoegdheid mochten hebben overschreden, worden, onverminderd de bepalingen<br />

van artikel 502, door de procureur generaal bij het Hof van Cassatie aangebracht bij dit<br />

hof, op voorschrift van de minister van Justitie, zelfs wanneer de wettelijke termijn voor de<br />

voorziening in cassatie verstreken is en geen enkele partij in voorziening is gekomen.<br />

Het hof vernietigt de handelingen, indien daartoe grond bestaat.<br />

De toenmalige minister van justitie wou kennelijk niet aan regeringsberaad over het lot<br />

van Fortis deelnemen nu hij drager was van voormelde bijzondere bevoegdheid, terwijl in<br />

het geschil waarbij van die bijzondere bevoegdheid gebruik zou kunnen worden gemaakt,<br />

de federale overheid via de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij –alhoewel<br />

geen procespartij zijnde-, toch economisch belanghebbende partij was.<br />

61. Op 15 december 2008 werd in de Belgische pers gesuggereerd dat de Belgische regering,<br />

via Verzoekster, vooraf over de inhoud van het uit te spreken arrest zou zijn getipt.<br />

In een artikel in Le Soir van 15 december 2008 werd beweerd dat Verzoekster haar<br />

echtgenoot, de heer Jan De Groof, deelgenoot zou hebben gemaakt van de strekking van<br />

het te wijzen arrest en dat haar echtgenoot de regering op de hoogte zou hebben<br />

gebracht (zie stuk nummer 23). In dit artikel wordt gesteld dat de heer Jan De Groof tot<br />

dezelfde politieke partij als de toenmalige eerste minister Yves LETERME behoort<br />

(CD&V).<br />

De toenmalige eerste minister Yves LETERME heeft op 15 december 2008 in de pers<br />

verklaard dat hij reeds jaren geen contact meer heeft gehad met de echtgenoot van<br />

Verzoekster (zie stuk nummer 24).<br />

33

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!