VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
9191/1288432.1<br />
aan wiens objectieve onpartijdigheid evenzeer wordt getwijfeld, over de gegrondheid van<br />
deze procedures uitspraak zou moeten doen.<br />
De beklaagde is aldus geenszins verplicht om deze doelloze procedures in te stellen,<br />
teneinde het argument van de partijdigheid voor de feitenrechter te kunnen opwerpen.<br />
194. In voorkomend geval zou de strafrechter die, in dergelijke omstandigheden, van de zaak<br />
kennisneemt en van oordeel is dat de beklaagde tot staving van zijn bewering dat er een<br />
schijn van partijdigheid bestaat, objectieve gronden aanvoert, ook al stelt deze<br />
strafrechter dat hij zich zelf de facto niet door de bekritiseerde uitspraken gehouden voelt,<br />
enkel kunnen vaststellen dat over de strafvordering niet meer op een schijnbaar<br />
onpartijdige en onafhankelijke wijze kan worden geoordeeld, en de strafvordering<br />
derhalve onontvankelijk moeten verklaren, minstens de beklaagde dienen te ontslaan van<br />
rechtsvervolging, dan wel moeten vaststellen dat geen uitspraak kan worden gedaan en<br />
dat het dossier aan het Openbaar Ministerie dient te worden overgemaakt teneinde te<br />
handelen als naar recht.<br />
195. In casu had Verzoekster in haar regelmatig genomen syntheseconclusie (voor het Hof<br />
van beroep) het volgende opgeworpen (eigen nadruk en onderlijning):<br />
- de schending van haar vermoeden van onschuld had niet alleen gevolgen voor de<br />
positie van de raadsheren van de eerste kamer van het Hof van beroep te Gent,<br />
maar voor elke lagere rechtsprekende instantie, m.a.w. voor elk Hof van beroep<br />
(“Wanneer een lagere rechtsprekende instantie gevraagd wordt recht te<br />
spreken nadat een hogere rechtsprekend instantie –handelend via haar eerste<br />
voorzitter qualitate qua, zoals hij zelf meermaals bevestigde- de feiten reeds als<br />
bewezen heeft verklaard en in rechte gekwalificeerd en daarenboven kwaad opzet<br />
aan concluante heeft toegeschreven zodat een veroordelende uitspraak voorligt,<br />
staat het vast dat concluante niet meer van het vermoeden van onschuld geniet.”;<br />
zie pagina 30 van de regelmatig genomen syntheseconclusie van Verzoekster);<br />
- de objectieve onpartijdigheid van elk rechtscollege is onherroepelijk aangetast<br />
(“…zodat de objectieve onpartijdigheid van elk rechtscollege dat na de heer<br />
eerste voorzitter Ghislain LONDERS en het Hof van Cassatie recht moet spreken,<br />
onherroepelijk is aangetast.”; zie pagina 33 van de regelmatig genomen<br />
syntheseconclusie van Verzoekster);<br />
- de objectieve onpartijdigheid van de feitenrechters is in het gedrang gekomen<br />
(“Niet alleen werd een vooroordeel uitgesproken en vooruitgelopen op de<br />
feitenappreciatie van de bevoegde rechters, maar in wezen werd een onbevangen<br />
feitenappreciatie door de feitenrechter onmogelijk gemaakt aangezien het Hof van<br />
Cassatie, het hoogste rechtscollege in de gerechtelijke hiërarchie en dus de<br />
hiërarchische meerdere van deze feitenrechter, reeds een oordeel heeft geveld;<br />
hierdoor komt de objectieve onpartijdigheid van de feitenrechters in het<br />
gedrang.”; zie pagina 33 van de regelmatig genomen syntheseconclusie van<br />
Verzoekster);<br />
- alle geledingen van de rechterlijke macht zijn ogenschijnlijk door het vermoeden<br />
van onschuld beïnvloed (“Het is in het licht van de bovenstaande feiten immers<br />
127