VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
9191/1288432.1<br />
zich uit zichzelf alleen bekommeren om de waarheid (d.i. de zgn. “objectieve<br />
onpartijdigheid”).<br />
De component van de “objectieve onpartijdigheid”, als inherent onderdeel van het ruimer<br />
beginsel van het recht op een onafhankelijke en onpartijdige rechtsinstantie, blijkt duidelijk<br />
uit zowel de rechtspraak van Uw Hof 26 , als uit de rechtspraak van Het Hof van Cassatie 27 .<br />
198. Zo het arrest van het hof van beroep van Gent dd. 14 september 2011 –gevolgd door het<br />
arrest van het Hof van Cassatie van 13 maart 2012- stelt zowel de subjectieve als de<br />
objectieve onpartijdigheidsproblematiek te beoordelen, is evenwel vast te stellen dat het<br />
arrest van het hof van beroep van Gent dd. 14 september 2011 –gevolgd door het arrest<br />
van het Hof van Cassatie van 13 maart 2012- in zijn overwegingen de beginselen eigen<br />
aan de onpartijdigheid reduceert tot de beginselen eigen aan de subjectieve<br />
onpartijdigheid. Minstens is sprake van een miskenning van de draagwijdte van de<br />
vereiste van de objectieve onpartijdigheid.<br />
De integrale motivering van het arrest van het hof van beroep van Gent dd. 14 september<br />
2011 –gevolgd door het arrest van het Hof van Cassatie van 13 maart 2012- m.b.t. de<br />
door Verzoekster opgeworpen problematiek van de partijdigheid, verwijst immers naar<br />
omstandigheden waaruit zou moeten blijken dat het Hof van beroep te Gent zich zelf nog<br />
voldoende onpartijdig en onafhankelijk achtte. Tot staving van de verwerping van het<br />
verweermiddel van Verzoekster aangaande de objectieve partijdigheid wordt echter geen<br />
enkele overweging aangevoerd, waaruit zou blijken dat er in casu ook geen objectieve<br />
schijn van partijdigheid zou bestaan. Het is niet omdat het Hof van beroep te Gent zich<br />
onpartijdig en onafhankelijk voelde, dat er geen objectieve schijn van partijdigheid kon<br />
voorliggen. Het Hof van Cassatie volgende identiek dezelfde redenering door zichzelf<br />
geschikt te achten.<br />
Daardoor miskende het arrest van het hof van beroep, en navolgend het arrest van het<br />
Hof van Cassatie dat de voorziening in cassatie van Verzoekster verwierp, de draagwijdte<br />
van het beginsel van het recht op een onpartijdige en onafhankelijke rechtsinstantie, dat<br />
evenzeer het beginsel van de objectieve onpartijdigheid inhoudt, en dat betrekking heeft<br />
op redelijke gronden die de indruk of de schijn van partijdigheid doen ontstaan, zonder<br />
dat een daadwerkelijke vooringenomenheid of beïnvloeding moet worden aangetoond.<br />
De inhoud van het arrest van het hof van beroep van Gent dd. 14 september 2011 –<br />
gevolgd door het arrest van het Hof van Cassatie van 13 maart 2012- impliceert ten<br />
onrechte dat Verzoekster, ook m.b.t. haar argumentatie inzake de objectieve partijdigheid,<br />
had moeten aantonen dat het Hof van beroep te Gent zelf het vermoeden van onschuld<br />
van Verzoekster heeft geschonden, dat het Hof van beroep daadwerkelijk beïnvloed was<br />
en dat het Hof van beroep zich “gehouden” zou hebben geacht door de uitspraken van de<br />
heer Londers, in zijn hoedanigheid van Eerste Voorzitter van het Hof van Cassatie.<br />
26 Zie bijvoorbeeld E.H.R.M. 7 januari 2010, Petyo Petkov t./ Bulgarije, http://www.echr.coe.int; E.H.R.M. 10<br />
februari 1995, Allenet de Ribemont t./ Frankrijk, http://www.echr.coe.int; E.H.R.M. 15 december 2005, Kyprianou<br />
t./ Cyprus, http://www.echr.coe.int; E.H.R.M. 1 oktober 1982, Piersack t./ België, http://www.echr.coe.int.<br />
27 Zie bijvoorbeeld Cass. 19 mei 1988, A.C. 1987-88, nr. 582; Cass. 8 november 1979, Pas. 1980, I, 310.<br />
129