23.09.2013 Views

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

9191/1288432.1<br />

8 december 2008 dat ik slechts over 24 uren beschikte om een ontwerp van arrest te<br />

maken wat betreft schijn van recht, wat op zich reeds een onmogelijke opdracht was.<br />

Daarenboven had M.S. op de bijeenkomst van maandag 8 december 2008 haar irritatie<br />

geuit ten aanzien van druk- en spellingsfouten in mijn tekst (bewijs daarvan is te vinden in<br />

mijn e-mail van 8 december 2008, 23.17 uur aan P.B. en mezelf). De taak van M.S.<br />

bestond erin de tekst die wij op maandag 8 december hadden bereikt, te finaliseren. Dus,<br />

ik heb, totaal uitgeput, op dinsdag 9 december 2008 aan N.D. gevraagd of zij mijn tekst<br />

wou herlezen, die af was, met het oog op toilettage van taal (…). Ik besef uiteraard dat dit<br />

initiatief, namelijk hulp vragen aan mevrouw D. om een tekst qua taal te verbeteren,<br />

vragen kan doen rijzen omtrent mijn beroepsgeheim in die mate dat mevrouw D. (geen)<br />

magistraat (in functie) meer is. Toch had ik niet het gevoel iets verkeerd te doen maar<br />

wou ik het hoofd bieden aan de belaging gezien de houding van mijn collega’s. De ene<br />

gaf mij maar 24 uur tijd om mijn project op te stellen, hetgeen roekeloos is, de ander was<br />

geïrriteerd omdat zij het lastig vond om verbeteringen aan te brengen op het vlak van taal<br />

of typfouten. Mijn enige bedoeling was om spanning te voorkomen met mijn collega’s en<br />

hen een tekst over te maken die af was, ook perfect qua taal”.<br />

Waar C.S. niet voorhoudt dat N.D. niet wist dat de tekst sloeg op de Fortis-zaak,<br />

blijkt uit de doorgezonden ontwerptekst zonder twijfel dat N.D. hieruit kon opmaken dat<br />

deze hierop betrekking had (bijlage stuk 184, kaft 5). N.D. bevestigde trouwens dat zij<br />

wist dat het ontwerp sloeg op de Fortis-zaak; zij stelde dat zij dit op vraag van C.S.<br />

taalkundig doch niet inhoudelijk verbeterde (subkaft 7.2). De in het meegedeelde ontwerp<br />

vermelde gegevens vielen uit hun aard onder het beroepsgeheim van C.S. Zij heeft deze<br />

gegevens op ongeoorloofde wijze uitgewisseld met N.D.<br />

(…).<br />

Uit haar eigen verklaring blijkt trouwens dat zij zelf besefte dat zij hiermee eventueel<br />

haar beroepsgeheim in het gedrang bracht, doch dit afwoog tegen de voordelen die haar<br />

dat bij de finalisering van de redactie van haar ontwerptekst afleverde. Naast het<br />

materiële bestanddeel van mededeling van vertrouwelijke gegevens, was ook het vereiste<br />

moreel element, zijnde het algemeen opzet, in hoofde van C.S. voorhanden.<br />

(…).”.<br />

(zie pagina’s 75 en 76, randnr. 5.1.2 van het arrest van het hof van beroep van Gent dd.<br />

14 september 2011)<br />

Aldus verantwoordt het arrest van het hof van beroep van Gent dd. 14 september 2011<br />

de schuld van Verzoekster met redenen die uitsluitend, minstens op doorslaggevende<br />

wijze naar de door Verzoekster afgelegde verklaringen verwijzen, zonder dat Verzoekster<br />

bij de aanvang van de betreffende verhoren op haar zwijgrecht was gewezen.<br />

290. Door in casu o.m. met betrekking tot de verhoren van Verzoekster te stellen dat “de<br />

voorafgaande vermelding dat zijn of haar verklaring als bewijs in recht kan worden<br />

gebruikt” inhoudt dat “hen gewezen werd op hun zwijgrecht zodat de cautieplicht werd<br />

gerespecteerd” (zie pagina 65, randnummer 4.1.6 van het arrest van het hof van beroep<br />

van Gent dd. 14 september 2011), en de schuldigverklaring van Verzoekster vervolgens<br />

op de door Verzoekster afgelegde verklaringen te steunen (zie pagina’s 75 en 76, randnr.<br />

187

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!