23.09.2013 Views

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

9191/1288432.1<br />

bewering die daartoe door de hoogste magistraten vanhet land werd aangereikt waarheid<br />

bleek te zijn.<br />

89. Op 22 december 2008 werd Verzoekster door haar korpsoverste, de heer eerste<br />

voorzitter van het hof van beroep van Brussel, gehoord in uitvoering van artikel 406 van<br />

het gerechtelijk wetboek. Dit artikel luidt als volgt:<br />

§ 1. Ingeval de betrokkene wordt vervolgd wegens een misdaad of een wanbedrijf of<br />

tuchtrechtelijk wordt vervolgd, kan hij in het belang van de dienst, op grond van een<br />

ordemaatregel uit zijn ambt worden geschorst voor de duur van de vervolging en tot de<br />

eindbeslissing is genomen.<br />

De tuchtoverheid bevoegd om een lichte straf op te leggen spreekt de ordemaatregel uit<br />

voor de duur van een maand. De maatregel kan vervolgens van maand tot maand<br />

worden verlengd tot de eindbeslissing. De maatregel kan een inhouding van 20 % van de<br />

brutowedde meebrengen.<br />

Er kan geen ordemaatregel worden genomen zonder dat de betrokkene voorafgaandelijk<br />

is gehoord overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 423.<br />

Evenwel kan bij uiterst dringende noodzakelijkheid of bij betrapping op heterdaad een<br />

voorlopige ordemaatregel worden genomen zonder voorafgaand verhoor van de<br />

betrokkene. De betrokkene wordt na het toepassen van de voorlopige ordemaatregel<br />

onverwijld gehoord. Deze voorlopige ordemaatregel vervalt na tien dagen, tenzij de<br />

overheid die de maatregel genomen heeft, hem binnen deze termijn heeft bekrachtigd.<br />

(…).<br />

Toelichting van Verzoekster:<br />

Verzoekster betwistte het geheim van het beraad te hebben geschonden en verwees<br />

naar haar verklaringen in het kader van de tuchtprocedure.<br />

Naar aanleiding van dit verhoor wou Verzoekster laten noteren in het proces-verbaal van<br />

verhoor dat zij er zich tegen verzette dat nog verdere verklaringen in de pers over haar<br />

zouden worden afgelegd door rechterlijke overheden, inzonderheid door de heer Eerste<br />

voorzitter van het hof van beroep. Dit verzoek werd door de heer Eerste voorzitter van het<br />

hof van beroep geweigerd met de boodschap dat deze zaak niet uit de pers kon worden<br />

gehouden. Gelet op de weigering, herhaalde Verzoekster via brief van haar advocaat het<br />

verzoek om geen persmededelingen meer te doen (zie stuk nummer 38):<br />

Mijnheer de Eerste voorzitter ,<br />

Ik verwijs naar het gesprek dat wij zo-even in uw kabinet hebben gehad in aanwezigheid<br />

van mevrouw Schurmans en uw griffier.<br />

Mijn cliënte verzocht u omtrent de hangende problematiek betreffende haar schorsing<br />

geen persmededelingen te doen. Mijn cliënte slaagde er vandaag niet in haar vraag te<br />

laten noteren, reden waarom zij haar vraag hierbij schriftelijk herhaalt. Mijn cliënte lijdt<br />

onherstelbare schade bij persmededelingen en kan zich onmogelijk verdedigen nu zij<br />

geen inhoudelijke verklaringen in de pers kan afleggen.<br />

58

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!