VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
9191/1288432.1<br />
de klacht van Verzoekster (zonder enige vorm van deugdelijk onderzoek, zonder enig<br />
overleg, zonder enige tegenspraak, zonder enige informatievergaring), heeft de heer<br />
Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS voor zichzelf een<br />
juridische fictie gecreëerd, nl. door een zgn. onontvankelijkheid uit te spreken, heeft hij<br />
voor zichzelf de mogelijkheid gecreëerd om het voorwerp en de inhoud van de klacht als<br />
niet bestaande te beschouwen.<br />
Bijgevolg heeft hij door aldus te handelen, de hypothese dat mogelijks iets ernstig aan de<br />
hand was, a priori terzijde geschoven, wat hem de kans heeft geboden om later (zie<br />
hierna), de publieke veroordeling van Verzoekster uit te spreken, nadat hij heeft<br />
geoordeeld, dat in de feiten, door Verzoekster (en dus niet door andere magistraten voor<br />
haar), een schending van de strafwet en van de beroepsnormen was gepleegd en dat<br />
haar ziek zijn niet noodzakelijk met de werkelijkheid moest rijmen.<br />
Indien de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS had<br />
gedaan wat de rechtsbescherming van hem vereiste, had slechts na de<br />
Verdragsconforme behandeling van de klacht van Verzoekster door hem met kennis van<br />
zaken enig standpunt kunnen worden ingenomen.<br />
Daarbij had hij nooit –zoals hij nu heeft gedaan- abstractie kunnen maken van het<br />
bestaan van de klacht en van het bestaan van de inhoud van de klacht. Hier heeft hij<br />
echter op voorhand in één beweging Verzoekster monddood gemaakt, het onderliggend<br />
probleem dat bij hem werd aangekaart als niet-bestaande beschouwd en bewust en<br />
exclusief, een andere versie laten weerklinken. Het geheel van latere feiten en<br />
gebeurtenissen steunt integraal op die handeling.<br />
211. De handeling van de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS<br />
waarmee Verzoekster op 16 december 2008 werd geconfronteerd, is derhalve de<br />
hoeksteen van de verdragsschendingen waarvan Verzoekster –en haar gezin- sindsdien<br />
aanhoudend het slachtoffer werden.<br />
212. In de eerste plaats is het zo dat de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie<br />
Ghislain LONDERS niet onwetend kon zijn over de rechtstreekse gevolgen van zijn<br />
handeling. Als hoogste magistraat van de zetel van het land, wist hij, minstens behoorde<br />
hij te weten, dat zijn onontvankelijkheidsverklaring als een juridische waarheid zou<br />
worden beschouwd en de nodige legitimatie in zich zou dragen zodat de publieke opinie<br />
zonder de minste terughoudendheid of zin voor nuancering zou aanvaarden dat<br />
Verzoekster openlijk aan de schandpaal zou worden genageld en als een corrupte<br />
magistraat zou worden afgeschilderd.<br />
De werkelijkheid heeft zich ook zo afgespeeld. Sedert de tussenkomsten van de heer<br />
Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS, worden Verzoekster en<br />
haar gezin reeds maandenlang opgejaagd en werd hen door de hardnekkigheid waarmee<br />
Verzoekster werd achtervolgd op de meest schadelijke wijze de rechtsbescherming van<br />
het Verdrag ontnomen. Op geen enkel ogenblik heeft Verzoekster nog een moment van<br />
rust kunen vinden en werden de meest elementaire handelingen van het leven, zoals<br />
137