VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
9191/1288432.1<br />
rechter wenden opdat een afgebroken beraad in een bepaalde zaak zou worden hervat<br />
zodat de klagende magistraat niet langer zou worden verhinderd om zijn ambt waar te<br />
nemen.<br />
205. Voor dergelijke toestanden bestaat er in de Belgische rechtsorde maar één –<br />
daarenboven onvolmaakte- mogelijkheid, de tuchtklacht, die een louter onrechtstreeks en<br />
gebeurlijk post factum effect heeft en ertoe strekt de magistraat die zich ondeontologisch<br />
gedroeg, tuchtrechtelijk te zien straffen.<br />
Dergelijk initiatief heeft een onrechtstreeks effect omdat klager en voorwerp van de klacht<br />
niet in een rechtstreekse rechtsverhouding staan. De klager richt zich tot een overheid (de<br />
tuchtoverheid) en het komt aan de tuchtoverheid toe om haar tuchtbevoegdheid ten<br />
overstaan van het voorwerp van de klacht aan te wenden. Gelet op het morele (in<br />
beginsel hiërarchische) gezag waarmede de tuchtoverheid is belast en het feit dat hij<br />
tevens (in beginsel) belast is met een operationeel toezicht, is het eerste nuttige effect dat<br />
een tuchtklacht kan beogen de daadwerkelijke en daadkrachtige tussenkomst van de<br />
tuchtoverheid om een einde te maken aan de onrechtmatigheid. Anders gesteld, zodra de<br />
tuchtoverheid deelgenoot wordt van de onrechtmatigheid, kan de tuchtoverheid de<br />
staking daarvan bevelen, in beginsel via de uitoefening van zijn (operationele)<br />
bevoegdheden.<br />
Het post-factum effect bestaat er dan weer in dat los van de vraag of het bestaan van de<br />
tuchtklacht de tuchtoverheid er toe heeft aangezet om aan de onrechtmatige toestand<br />
een einde te stellen, de pleger van het tuchtvergrijp in beginsel nadat zijn onrechtmatig<br />
handelen gevolgen heeft gehad, zal worden gesanctioneerd.<br />
206. De tuchtklacht van Verzoekster dd. 12 december 2008 had een dubbel voorwerp. Een<br />
klacht kan, zoals hier is gebeurd, worden gericht tegen de (hogere) magistraat die op<br />
deontologisch verwerpelijke wijze in gebreke bleef om aan een onrechtmatige toestand<br />
binnen zijn korps een einde te stellen (zoals de heer Eerste voorzitter van het hof van<br />
beroep van Brussel Guy DELVOIE die onverklaarbaar passief bleef wanneer hij werd<br />
geconfronteerd in één van de meest belangwekkende economische zaken uit de<br />
Belgische rechtsgeschiedenis met een onregelmatig beraad), dan wel tegen de<br />
magistraat die door zijn ondeontologisch gedrag de oorzaak is voor het dysfunctioneren<br />
van een rechtscollege (Kamervoorzitter Blondeel).<br />
Het is net op advies van voorzitter Ivan Verougstraete dat Verzoekster op 12 december<br />
2008 tuchtklacht tegen de heer Eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel Guy<br />
DELVOIE en tegen de heer Kamervoorzitter Paul BLONDEEL indiende (zie randnummer<br />
54).<br />
207. De regels die de tucht van magistraten beheersen werden in het Belgisch recht<br />
samengebracht onder Titel V: Tucht, van het Boek II. Gerechtelijke ambten, van het<br />
Tweede deel. Rechterlijke organisatie van het gerechtelijk wetboek, meer bepaald de<br />
artikelen 398 t.e.m. 427quater.<br />
135