23.09.2013 Views

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

9191/1288432.1<br />

Hof (indien een schending van het vermoeden van onschuld zou worden vastgesteld).<br />

Overeenkomstig artikel 13 E.V.R.M., dienen immers in de eerste plaats de nationale<br />

rechtsinstanties daadwerkelijke rechtshulp te bieden. Een schadevergoeding is bovendien<br />

slechts aan de orde indien het primordiale rechtsherstel, namelijk het herstel in natura,<br />

niet meer mogelijk zou zijn. Op heden zou het rechtsherstel bestaan in de vaststelling<br />

door Het Hof van Cassatie dat deze zaak noch door Het Hof van Cassatie zelf, noch door<br />

een Hof van beroep, noch door een andere Belgische rechtsinstantie op een (schijnbaar)<br />

onpartijdige en onafhankelijke wijze kan worden behandeld. Uit het arrest Poncelet t.<br />

België (E.H.R.M. 30 maart 2010, Poncelet t./ België, http://www.echr.coe.int) dient<br />

daarenboven te worden afgeleid dat de voortzetting van een strafvervolging<br />

niettegenstaande de vaststelling van een onherstelbare schending van het vermoeden<br />

van onschuld, op zich een schending van artikel 6 E.V.R.M. zou inhouden.<br />

Het Hof van Cassatie heeft die exceptie als volgt afgewezen (p.4 van het arrest van 13<br />

maart 2012):<br />

6. De omstandigheid dat de toenmalige eerste voorzitter van het Hof met een brief aan de<br />

Voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en door het afleggen van<br />

verklaringen tegenover een parlementaire onderzoekscommissie het<br />

onschuldvermoeden van de eiseres zou hebben miskend en dat hij zich daarbij zou<br />

hebben uitgegeven als vertegenwoordiger van de rechterlijke macht en van het Hof,<br />

houdt dan ook niet in dat daardoor objectief gezien bij de eiseres, zelf magistrate, en bij<br />

de publieke opinie, de schijn is ontstaan dat de leden van de kamer van dit Hof die haar<br />

cassatieberoep moeten beoordelen, niet langer meer onpartijdig en onafhankelijk kunnen<br />

beslissen.<br />

De exceptie van de eiseres wordt verworpen<br />

Door aldus te handelen heeft het Hof van Cassatie niet enkel de formele motiveringsplicht<br />

geschonden, het Hof heeft verder op de meest verregaande wijze de rechtsbescherming<br />

van het Verdrag zoals geëxpliciteerd door Uw rechtspraak genegeerd.<br />

Immers, het Hof doet geen uitspraak over de schijn die bij Verzoekster werd gewekt, het<br />

Hof poneert louter dat het zichzelf in staat acht om objectief te oordelen. Op die wijze<br />

schendt het Hof nadrukkelijk de rechtsbescherming van het Verdrag en Uw rechtspraak<br />

en laat het Hof de grieven van Verzoekster volstrekt onbesproken. Het Hof poneert louter<br />

dat de grief niet wordt beoordeeld nu het zelf vindt dat het voldoende objectief is om te<br />

oordelen.<br />

Met die rechtspraak sluit het Belgische Hof van Cassatie elke vorm van<br />

rechtsbescherming op dit vlak uit: het volstaat immers dat de rechter zichzelf als<br />

voldoende objectief beschouwt om het door een partij aangevoerde middel van schijnbare<br />

onvoldoende waarborg van onafhankelijkheid en onpartijdigheid af te wijzen. Daarmee<br />

holt het Belgisch Hof van Cassatie het Verdrag volkomen uit.<br />

187. Daarenboven had Verzoekster voor het Hof van Cassatie, voorgesteld om,<br />

niettegenstaande het voorgaande, van oordeel zou zijn dat er geen rechtsgrond zou<br />

120

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!