VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
9191/1288432.1<br />
waren zowel de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS als<br />
de heer Eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel Guy DELVOIE aanwezig en<br />
stonden ze samen de journalisten te woord 30 . Op de tv-beelden die 's avonds van deze<br />
persconferentie werden uitgezonden verklaarde de heer Eerste voorzitter van het Hof van<br />
Cassatie Ghislain LONDERS dat één van de rechters, namelijk Verzoekster, het geheim<br />
van het beraad had geschonden door te spreken met haar echtgenoot:<br />
"'Mevrouw Schurmans heeft met mij nooit contact gehad', aldus Londers. Hij zei ook nog<br />
'heel erg geschrokken te zijn van de brief die Leterme naar Vandeurzen heeft gestuurd'.<br />
Hij stipte aan dat een magistraat tot geheimhouding verplicht is en dat die plicht ook geldt<br />
voor naaste familieleden. Hij noemde het vrij verrassend te moeten lezen dat de man van<br />
mevrouw Schurmans contact heeft gehad met het kabinet van de premier om hem te<br />
waarschuwen voor een dramatische wending in het dossier" 31 .<br />
Dergelijke stelling, zonder enige nuance vertolkt op een persconferentie, houdt een<br />
schending in van het vermoeden van onschuld (E.H.R.M., 10 februari 1995, "Allenet de<br />
Ribemont t. Frankrijk", verz. 15175/89).<br />
244. Uw Hof heeft eerder geoordeeld dat het vermoeden van onschuld dat door artikel 6 van<br />
het Verdrag wordt gewaarborgd, zowel in strafzaken, disciplinaire, als in administratieve<br />
zaken moet worden nageleefd.<br />
245. In de mate de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS -en de<br />
heer Eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel Guy DELVOIE (gelet op hun<br />
zeer innige samenwerking in de eerste dagen van dit schandaal)- zouden beweren dat zij<br />
hun uitspraken hebben gedaan als disciplinaire overheid (de heer Eerste voorzitter van<br />
het hof van beroep van Brussel Guy DELVOIE t.o.v. Verzoekster en de heer Eerste<br />
voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS t.o.v. de heer Eerste voorzitter<br />
van het hof van beroep van Brussel Guy DELVOIE), dan nog hebben zij artikel 6 van het<br />
Verdrag geschonden.<br />
Uw Hof heeft immers in het arrest Albert en Le Compte van 10 februari 1983 geoordeeld<br />
dat het vermoeden van onschuld ook in disciplinaire zaken geldt (nrs. 38-42):<br />
39. Pour sa part, la Cour a estimé superflu de trancher la question de l’applicabilité du<br />
paragraphe 1 de l’article 6 (art. 6-1) au titre pénal, mais a résolu d’examiner sous l’angle<br />
du paragraphe 1 (art. 6-1), en interprétant la notion de "procès équitable", la substance<br />
des griefs formulés par le requérant en vertu des paragraphes 2 et 3 (art. 6-2, art. 6-3)<br />
(paragraphe 30 ci-dessus). A ses yeux, les principes énoncés au paragraphe 2 (art. 6-2)<br />
et dans les seules clauses du paragraphe 3 (art. 6-3) invoquées par le Dr Albert, à savoir<br />
les alinéas a), b) et d) (art. 6-3-a, art. 6-3-b, art. 6-3-d), valent mutatis mutandis pour<br />
celles des procédures disciplinaires que régit le paragraphe 1 (art. 6-1) de la même<br />
manière que dans le cas d’une personne accusée d’une infraction pénale.<br />
30 . Deze aanwezigheid wordt bevestigd door de pers, zie bijv. De Tijd van 19 december 2008, blz. 3, beschikbaar<br />
op Mediargus.<br />
31 . http://www.tijd.be/nieuws/binnenland/Cassatie_ziet_geen_bewijzen_voor_beinvloeding.8119903-438.art<br />
159