VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
9191/1288432.1<br />
kennis nemen van de inhoud van kranten, televisie- of radiouitzendingen, dan wel<br />
contacten binnen de lokale leefgemeenschap, tot kwellende beproevingen verheven.<br />
De aanhoudendheid waarmee Verzoekster werd belaagd (zie hierna) illustreert treffend<br />
dat bepaalde Belgische overheidslichamen –die zowel collectief als individueel in hun<br />
ambtelijk optreden eerbied aan het Verdrag zijn verschuldigd-, overhaast de publieke<br />
vernietiging van Verzoekster nastreefden, om redenen die Verzoekster niet kent, doch<br />
hopelijk aan het licht zullen komen. Dit kwaadwillig inzicht werd mogelijk gemaakt door de<br />
Verdragsschendingen waaraan de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie<br />
Ghislain LONDERS zich heeft overgeleverd.<br />
213. In de tweede plaats is de opstelling van de heer Eerste voorzitter van het Hof van<br />
Cassatie Ghislain LONDERS de vrijgeleide geweest voor de handelswijze van de heer<br />
Eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel Guy DELVOIE en de heer<br />
Kamervoorzitter Paul BLONDEEL en de verdragsschendingen waarvoor zij<br />
verantwoordelijk zijn.<br />
3. De algemene rechtsbespreking:<br />
214. In de eerste plaats kan niet worden betwist dat het handelen van magistraten (zoals hier<br />
de hoogste magistraten van het land) voor de vaststelling van de rechtsmacht van uw Hof<br />
en de toepassing van het Verdrag, een relevant criterium is. De in dit verzoekschrift<br />
gewraakte handelingen zijn toe te rekenen aan het Koninkrijk België. De plegers van de<br />
verdragsschendingen zijn allen bekleed met staatsmachten, inzonderheid die toegekend<br />
aan de rechterlijke macht.<br />
Zoals een lidstaat instaat voor de verdragsschendingen binnen het onderwijsbestel<br />
gesteld door individuele leraars of schooloverheden staat een lidstaat in voor het<br />
optreden van de leden van de rechterlijke macht (Commissie, nr. 7743/76, beslissing van<br />
15 december 1977, Cosans v. UK, p. 149).<br />
215. Op het vlak van de toepasselijkheid van artikel 6 van het Verdrag op rechten die in het<br />
raam van een tuchtprocedure kunnen gelden, heeft Uw Hof haar oorspronkelijke<br />
rechtspraak bijgesteld en verfijnd.<br />
In het arrest Pellegrin van 8 december 1999 heeft Uw Hof geoordeeld dat het geheel van<br />
geschillen tussen de overheid en ambtenaren die zijn tewerkgesteld in betrekkingen die<br />
een deelneming aan de uitoefening van de openbare macht impliceren, aan de<br />
toepassingssfeer van artikel 6 E.V.R.M. ontsnapt, daar die geschillen geen betwistingen<br />
betreffen over het vaststellen van burgerlijke rechten en verplichtingen. De tuchtsancties<br />
die te dezen kunnen worden opgelegd, aanziet het Hof evenmin als strafvervolgingen in<br />
de zin van artikel 6 E.V.R.M. (E.H.R.M. grote kamer, 8 december 1999, "Pellegrin t.<br />
Frankrijk, verz. 28541/95).<br />
Deze rechtspraak is echter achterhaald. De grote kamer van het Hof besliste immers in<br />
een arrest van 19 april 2007 ("Vilho Eskelinen e.a. t. Finland", verz. 63235/00):<br />
138