VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
9191/1288432.1<br />
hof van beroep te Brussel, uit hoofde van het misdrijf bedoeld in artikel 458 van het<br />
Strafwetboek. Overeenkomstig het Wetboek van Strafvordering, verzoek ik u om het<br />
misdrijf te vervolgen waarvan mij aangifte werd gedaan.”<br />
103. Op 20 januari 2009 heeft de Procureur-generaal bij het Hof van Cassatie een vordering<br />
genomen als volgt:<br />
“Gelet op het schrijven van 16 januari 2009 waarbij de minister van Justitie, bij<br />
toepassing van artikel 482 van het Wetboek van Strafvordering, ons stukken<br />
overmaakt waaruit blijkt dat de Eerste Voorzitter van het hof van beroep te Brussel<br />
aan de Procureur-generaal bij voornoemd hof op 18 december 2008, bij toepassing<br />
van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering, bericht geeft van strafbare feiten<br />
die Christine Schurmans, raadsheer in dat hof, zou hebben gepleegd, met name het<br />
misdrijf bepaald in artikel 458 van het Strafwetboek.<br />
Overwegende dat, gelet op de hoedanigheid van magistraat tegen wie de aangifte<br />
wegens wanbedrijf wordt gedaan, de procureur-generaal bij het hof van beroep te<br />
Brussel beslist heeft de strafvordering ten laste van raadsheer Christine Schurmans<br />
in te stellen.<br />
Overwegende dat de door de minister van Justitie toegezonden stukken voldoende<br />
aanwijzingen bevatten om te onderzoeken of raadsheer Christine Schurmans zich<br />
aan enig misdrijf heeft schuldig gemaakt.<br />
Overwegende dat er grond bestaat om de zaak voor verder onderzoek te verwijzen<br />
naar de eerste voorzitter van een hof van beroep van een ander rechtsgebied dan<br />
dat waar raadsheer Christine Schurmans haar ambt uitoefent, teneinde een<br />
magistraat aan te wijzen die het ambt van onderzoeksrechter zal waarnemen.<br />
Gelet op de artikelen 479 en volgende van het Wetboek van Strafvordering.<br />
Vorderen wij dat het aan het Hof moge behagen om, rechtdoende in raadkamer, de<br />
zaak te verwijzen naar de eerste voorzitter van een hof van beroep van een ander<br />
rechtsgebied.”.<br />
104. Op 21 januari 2009 heeft de onderzoekscommissie de aangestelde experten ermee<br />
belast binnen een termijn van drie weken een verslag op te stellen, meer bepaald over:<br />
«– het begrip «scheiding der machten» en de reële toepassingssfeer ervan in de hier<br />
bedoelde aangelegenheid;<br />
– de voorwaarden waaronder de parlementaire onderzoekscommissie haar opdracht kan<br />
uitvoeren, parallel met lopende gerechtelijke (dat wil zeggen strafrechtelijke of andere)<br />
procedures of tuchtprocedures;<br />
– het verloop van de rechtspleging die heeft geleid tot het vonnis in kort geding dat de<br />
rechtbank van koophandel te Brussel op 18 november 2008 heeft gewezen;<br />
– het verloop van de rechtspleging die heeft geleid tot het arrest van de 18de kamer van<br />
het hof van beroep te Brussel van 12 december 2008;<br />
– de contacten tussen vertegenwoordigers van de uitvoerende macht, leden en<br />
medewerkers van de rechterlijke macht en leden van het openbaar ministerie, en leden<br />
62